Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Algemeen
Hierna wordt inzicht gegeven in de financiële verplichtingen (afname/volume) waartoe de gemeente zich in 2020 of eerder heeft verbonden, welke doorlopen naar 2021 of later, groter zijn dan € 0,5 miljoen en niet op een andere wijze als schuld of voorziening in de balans zijn opgenomen.
Gewaarborgde geldleningen
De gemeente Eindhoven staat garant voor diverse instellingen voor de terugbetaling van door hen geleende gelden bij geldgevers. In de groep ‘Sport’ (zie specificatie) staat de gemeente samen met de Stichting Waarborgfonds Sport garant voor de leningen. Hieronder volgt een overzicht van het door de gemeente gewaarborgde bedrag van geldleningen naar diverse categorieën. In de toelichting op de balans zijn deze nader geduid.
Gewaarborgde geldleningen | Restant | Mutatie | Restant |
---|---|---|---|
Woningbouwgaranties gemeente | 2.520 | -2.520 | 0 |
Gezondheidszorg | 4.403 | -366 | 4.037 |
Cultuur | 3.588 | -243 | 3.346 |
Sport | 1.274 | -530 | 744 |
Welzijn | 900 | -10 | 889 |
Overig | 63 | -13 | 50 |
Totaal borgstellingen | 12.747 | -3.682 | 9.066 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Voor de afdekking van risico's met betrekking tot verstrekte leningen en gewaarborgde leningen is een reserve gevormd. De hoogte van deze reserve ultimo 2020 is € 3,323 miljoen. Er zijn op dit moment geen concrete risico's onderkend waarvoor een voorziening dient te worden gevormd.
Per 31 december 2020 verleent de gemeente Eindhoven voor ca. € 1,39 miljard achtervang aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Pas indien de reserve van het WSW plus de middelen (obligo's) van andere corporaties niet toereikend zijn, dienen het rijk en gemeenten renteloze leningen te verstrekken. Eind 2019 bedroegen deze samen ruim €3,53 miljard.
Stichting waarborgfonds Eigen woning (nationale hypotheek garantie)
Op 10 oktober 1993 is de gemeente een overeenkomst aangegaan om tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de stichting jegens geldgevers achtergestelde, renteloze leningen aan de stichting te verstrekken. In het 4e kwartaalbericht 2020 van het NHG is gebleken dat het garantievermogen van het waarborgfonds in 2020 is gestegen naar € 1,53 miljard als gevolg van een sterke toename van nieuwe garanties en een daling van zowel het aantal verliesdeclaraties als het gemiddelde verliesbedrag. In de Liquiditeitsprognose 2020-2025 is dan ook de verwachting dat er geen aanspraak zal worden gemaakt op de achtervangfunctie van het Rijk en de gemeenten. Deze achtervangfunctie geldt alleen voor tot 1 januari 2011 afgegeven hypotheekgaranties. Vanaf deze datum staat het Rijk voor 100 % garant. Factoren waar de prognose rekening mee houdt zijn de gunstige conjuncturele omstandigheden waardoor de door de stichting uit te betalen bedragen in verband met verliesdeclaraties naar verwachting in de komende jaren verder zullen dalen. De gemeente Eindhoven heeft nog 6.722 garanties uit staan in de achtervang (t/m 2010) voor een totaal bedrag van € 1,074 miljard.
Verlofaanspraken
Per 31 december is over 2021 en verdere jaren voor € 10,0 miljoen aan op te nemen verlofaanspraken opgebouwd
Personele lasten
De rechtbank geeft in haar vonnis aan dat het overeenstemmingsvereiste van toepassing is voor het aanwenden van een viertal personele budgetten. Dit betekent dat betreffende budgetten beschikbaar moeten blijven ter overeenstemming met de werknemersvertegenwoordigers in het Lokaal Overleg en niet voor andere doeleinden gebruikt mogen worden. Dit is met name van belang voor de vrijkomende middelen als gevolg van het afschaffen van de uitloopschalen. Die middelen worden voorlopig hoofdzakelijk ingezet om het generatiepact te financieren, maar vanaf 2025 ontstaat een surplus dat na overeenstemming met werknemersvertegenwoordigers ingezet kan worden.
Tegen het vonnis van de rechtbank zijn de vakbonden in beroep gegaan bij het gerechtshof. De vakbonden zijn van mening dat het overeenstemmingsvereiste ook voor een vijfde personele budget van toepassing is (i.c. afscheidsgratificatie).
Onderhanden claims
Gemeente Eindhoven heeft een aantal claims ontvangen welke onderhanden zijn. Indien er naar waarschijnlijkheid sprake is van een mogelijk financiële verplichting en er is een reële schatting te maken van de omvang van de verplichting wordt een bedrag opgenomen in de voorziening juridische claims en geschillen en blijkt de verplichting wel uit de balans. Indien niet waarschijnlijk is dat de claim leidt tot een financiële verplichting dan wel het bedrag is niet reëel in te schatten, dan wordt de claim als risico geduid in de paragraaf weerstandsvermogen en blijkt de claim dus niet uit de balans. Eén risico zal op dit moment mogelijk leiden tot een financiële verplichting maar hiervan is het bedrag nog niet in te schatten. De curator van de failliete voormalig asbestsaneerder van het TR Ketelhuis Eindhoven, heeft in 2017 een claim ingediend bij de gemeente. De rechtbank heeft 4 september 2019 uitspraak gedaan. Het faillissement van Horyon is niet veroorzaakt door de gemeente. Maar de gemeente heeft ten onrechte geweigerd de “meer-meerwerk” opdracht te verstrekken. De schade die daaruit voortvloeit moet in een aparte schadestaatprocedure worden begroot. Er is dus nog geen concrete schadevergoeding toegewezen. De gemeente heeft op 28 november 2019 bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Dit hoger beroep en nog een aantal aanverwante rechtszaken zijn lopende. De verwachting is dat het nog een aantal jaar gaat duren voordat er een definitief vonnis ligt. Een inschatting van een reëel bedrag om te voorzien is derhalve op dit moment niet mogelijk. |
---|
Overige financiële verplichtingen
- Langlopende huurverplichtingen in verband met gebouwen voor 2021 en 2022 € 2,3 miljoen, voor 2023 € 2,1 miljoen, en ruim € 22 miljoen voor de daarna volgende jaren. Op basis van het vastgestelde voorstel 'gezondmaking muziekgebouw' heeft de gemeente recht op een huurkorting voor het Muziekgebouw van € 100.000 in 2020 en € 100.000 in 2021.
- Meerjarige lease- en huurcontracten (leaseauto’s) bedragen voor 2021 € 50.000. Voor de jaren daarna op basis van de huidige contracten bedraagt dit in totaal € 46.000.
- De gemeente Eindhoven heeft voor zowel de bouw als de exploitatie van de Internationale School Eindhoven (ISE) een ‘Design Build Finance Maintain en Operate (DBFMO) contract gesloten met een exploitatieperiode van 30 jaar. De gemeente betaalt (na herziening van de financiële afspraken in 2020) een vaste jaarlijkse vergoeding aan Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland (SPVOZN) die als vervaardigingsbijdrage (voor de bouw van de school) kan worden beschouwd. SPVOZN betaalt vervolgens jaarlijks het consortium. De totale contractwaarde vanaf eind 2019 tot en met 2043 is € 95,1 mln. De totale bijdrage vanuit de gemeente hierin bedraagt € 19,6 miljoen. De exploitatierisico's worden gedragen door SPVOZN. In het DBFMO-contract dat in 2011 is ondertekend met het consortium en de leveringsovereenkomst die is afgesloten met SPVOZN is een garantstelling van de gemeente opgenomen. Deze garantstelling betreft het niet nakomen van betalingsverplichtingen door SPVOZN aan het consortium. Feitelijk is alleen sprake van een risico als SPVOZN in staat van faillissement of surséance van betaling zou komen te verkeren. Deze kans is gering omdat SPVOZN een schoolbestuur is dat gefinancierd wordt vanuit de Rijksoverheid.
Investeringsverplichtingen
De totale investeringskredieten bedragen per 31-12-2020 € 645,0 miljoen. De realisatie per jaareinde bedraagt
€ 251,1 miljoen zodat per saldo € 393,9 miljoen aan investeringskredieten resteert.
De bijdragen van derden aan deze investeringskredieten bedragen per 31-12-2020 € 197,3 miljoen.
De realisatie per jaareinde bedraagt € 112,1 miljoen zodat per saldo € 85,2 miljoen aan bijdragen derden resteert.
Het totaaloverzicht van de per balansdatum uitstaande investeringsverplichtingen is opgenomen in het overzicht investeringen economisch en maatschappelijk nut. Deze is terug te vinden in bijlage 4 van deze jaarrekening.
Algemene uitkering
De algemene uitkering 2020 is conform bestendige gedragslijn gebaseerd op: de accressen op basis van de septembercirculaire, alle overige mutaties op basis van de decembercirculaire en alles wat officieel in latere circulaires wordt toegekend met betrekking tot 2020 wordt een nagekomen bate in een volgend rekeningjaar. De onderdelen uit het aanvullend Corona compensatiepakket 2020 die in de Decembercirculaire zijn aangekondigd, maar waarvan de exacte verdeling in latere circulaires bekend wordt gemaakt, worden aldus een nagekomen bate 2020 in rekeningjaar 2021.