Algemeen

Bestuurlijke hoofdlijn

Het jaar van Corona….

Het jaar 2020 zal de geschiedenis ingaan als het jaar dat het coronavirus de wereld in zijn greep kreeg. Het jaar van een wereldwijde pandemie die we in de afgelopen decennia niet eerder gezien hebben. Een pandemie die de samenleving ontwrichtte en die veel menselijk leed en verlies gebracht heeft. Een pandemie die ook ons, als het Eindhovens gemeentebestuur, voor grote uitdagingen stelde. Het was een jaar dat wij vol optimisme begonnen. De financiële problemen van de gemeente hadden we grotendeels onder controle, zodat we in 2020 voluit konden inzetten op het Energie-deel van ons coalitieakkoord. Er waren wel wat geruchten over een virus dat rondwaarde in een stad in China, maar dat leek geen reden voor bijzondere zorg toen we met onze partners tijdens de nieuwjaarsreceptie het glas hieven op het mooie jaar dat voor de boeg lag. Hoe anders pakte dat uit…

Toen de coronapandemie in volle hevigheid in Brabant en daarna in de rest van Nederland uitbarstte in de eerste week van maart, ontstond er een ongekende werkelijkheid. We zagen in die eerste weken de stad verstillen. We zagen dat de stad en de samenleving tot stilstand kwamen door de beperkende maatregelen: het anderhalve meter afstand houden, het sluiten van de horeca, de reisbeperkingen en het schrappen van evenementen, beurzen en festivals hadden grote economische impact. De sociaal-maatschappelijke impact van de pandemie was zo mogelijk nog groter. De druk op de zorg was groot omdat de ziekenhuizen en de IC’s volstroomden met patiënten.  Verpleeghuizen waar veel mensen stierven aan de gevolgen van corona of waar ze vereenzaamden omdat de deuren op slot gingen om het virus buiten te houden. Kinderen en jongeren die elkaar niet meer konden ontmoeten op school en digitaal hun lessen moesten volgen. Studenten zonder studentenleven, afgestudeerden zonder de bijbehorende feesten. In onze stad zagen we ook mooie dingen gebeuren. Groeiende onderlinge solidariteit, oog hebben voor elkaar. Mooie initiatieven waarin mensen elkaar hielpen om de moeilijke tijd door te komen. En momenten van vertraging en reflectie, (her)waardering van natuur, de stilte, en het groen in de stad. En ook minder CO 2 -uitstoot omdat er minder gereisd en verplaatst werd. De vraag werd meer en meer gesteld hoe het goede vast te houden en te leren van deze crisis. Herwaardering van publieke voorzieningen en de rol van de overheid zijn hierbij rode draden.

Door de pandemie heeft 2020 voor ons voor een groot deel in het teken gestaan van het crisismanagement. Vanuit de Veiligheidsregio is de crisisorganisatie zeven dagen per week aan de slag geweest om in samenwerking met alle betrokken organisaties in te spelen om de steeds veranderende omstandigheden met onder andere noodverordeningen, handhavingskaders en het bewaken van de zorgcontinuïteit. Dit alles van dag één in nauwe samenwerking met de andere Brabantse Veiligheidsregio’s. Corona heeft een disruptief effect op de samenleving die ook ons handelen domineerde in het afgelopen jaar. Dit geldt voor de burgemeester, onder andere in zijn rol als voorzitter van de Veiligheidsregio en lid van het Veiligheidsberaad. Maar ook elke wethouder heeft in zijn eigen portefeuille moeten schakelen hoe om te gaan met de gevolgen van de crisis en de beperkende maatregelen om de effecten van het virus te beteugelen. Terugkijkend hebben we in 2020 veel acties ondernomen om de stad leefbaar, de economie vitaal en de samenleving veerkrachtig te houden.

Crisismanagement

Er als lokale overheid zijn voor onze inwoners, ondernemers en partners is een belangrijk uitgangspunt geweest bij het managen van deze crisis. Net zoals het in stand houden van onze vitale maatschappelijke infrastructuur. Als gemeente hebben we een belangrijke rol gekregen in de uitvoering van landelijke maatregelen. Dat geldt zowel voor het faciliteren en handhaven van de beperkende maatregelen als voor het uitvoering geven aan een aantal landelijke steunmaatregelen.

We hebben een digitaal en fysiek ondernemersloket in de lucht gebracht waar ondernemers uit alle sectoren terecht kunnen met hun vragen over de landelijke steunmaatregelen en de lokale uitwerking hiervan. Ook is er een ondersteuningspunt ingericht om met de Eindhovense scholenkoepels en kinderopvangorganisaties af te stemmen over knelpunten die ontstonden, zoals bijvoorbeeld hoe om te gaan met de opvang van kinderen van ouders met cruciale beroepen en de opvang van kinderen in een kwetsbare thuissituatie. Om te zorgen dat alle kinderen de omslag naar het digitale onderwijs goed konden maken, is voor laptops gezorgd voor kinderen die dat nog niet hadden. Met steun van het bedrijfsleven en met een bijdrage vanuit onze armoedemiddelen is dit onder coördinatie van Brainport Development mogelijk gemaakt. Om goed zicht op de ontwikkeling van de crisis te houden, hebben we een corona-dashboard ontwikkeld waarin de belangrijkste feiten en cijfers samengebracht worden. Ook hebben we periodieke enquêtes uitgevoerd over de impact van corona op de Eindhovense samenleving. Met de sportverenigingen hebben we intensief contact onderhouden over de mogelijkheden en beperkingen van sportbeoefening. Met ondernemers in de binnenstad is periodiek overleg geweest over de impact en aanpak van de telkens veranderende coronamaatregelen. En we hebben een wekelijks corona-vragenuur geïntroduceerd om met de gemeenteraad te spreken over de actuele ontwikkelingen. Via periodieke coronabrieven hebben we de raad geïnformeerd over de corona-gerelateerde besluiten die we namen. Uiteraard hadden we ook aandacht voor de internationals. Naast informatie op de eigen website hebben we samen met de TU/e, High Tech Campus en Brainport Development, Fontys, Eindhoven365 en het Expat Spouse Initiative een portal ontwikkeld om sociale initiatieven en anderstalige informatie te ontsluiten.

Toen thuiswerken de norm werd, heeft de gemeentelijke organisatie in korte tijd een grote digitaliseringsslag gemaakt. Versneld zijn mogelijkheden uitgerold om digitaal en op afstand (samen) te werken. Ook is het digitaal vergaderen mogelijk gemaakt voor raads- en commissieleden. Dit was een majeure operatie die veel van de organisatie gevraagd heeft en ervoor gezorgd heeft dat veel gemeentelijke processen ondanks de thuiswerkverplichting gewoon door konden gaan. Er is ook een stevig extra beroep gedaan op de gemeentelijke organisatie om uitvoering te geven aan de landelijke regelingen Tozo en TONK. Het vele thuiswerken zorgde daarnaast voor een flinke toename van huishoudelijk afval met overvolle containers en illegale bijzet tot gevolg. Samen met Cure hebben we maatregelen in gang gezet om dit in goede banen te leiden.

De verschillende fases van de crisis met afwisselend strenge maatregelen en versoepelingen deden een groot beroep op onze handhavingscapaciteit. In de binnenstad, in de wijken en buurten en in de parken en groengebieden. We hebben onze handhavingscapaciteit uitgebreid en we hebben daarnaast ook noodgedwongen moeten herprioriteren vanwege de belangrijke en urgentie rol in de bescherming van de volksgezondheid. We zijn trots op onze BOA’s die al meer dan een jaar onder hoge druk hun werk uitvoeren en die regelmatig geconfronteerd zijn met agressie door toenemende onvrede bij ondernemers en inwoners over alle beperkende maatregelen. Want naast corona (en deels door corona) hadden we het afgelopen jaar ook nog te maken met de nodige demonstraties en manifestaties en waren meer dan gemiddeld noodmaatregelen vanwege de maatschappelijke onrust.

We hebben extra maatregelen genomen om dak- en thuisloze mensen maximaal te ondersteunen en veiligheid te bieden. Zo is, naast de reguliere inlooplocaties, de nachtopvang ook overdag opengesteld, is er een extra locatie geopend en zijn er aparte quarantaine plekken ingericht voor daklozen die symptomen van het corona-virus vertonen. En wij hebben de nachtopvang ook voor niet rechthebbenden open gesteld voor de duur van de maatregel die het kabinet afkondigde om zoveel mogelijk thuis te blijven. Sowieso hebben we ons maximaal ingezet om samen met de zorgaanbieders en de gesubsidieerde instellingen in het sociaal domein onze lokale zorginfrastructuur draaiende te houden. We hebben ervoor gekozen om alle gecontracteerde partners door te betalen conform lopende afspraken en waar nodig voorfinanciering te leveren als zorgpartners in financiële problemen dreigen te komen door de crisis. Daarmee voorkomen we dat partners zich zorgen maken over een tekort aan liquiditeit zodat ze zich kunnen concentreren op het leveren van zorg en ondersteuning. In het verlengde daarvan hebben we ook besloten om de aanbesteding tweedelijns zorg- en ondersteuningsproducten voor 2021 (met uitzondering van maatschappelijk opvang) in te trekken en met een jaar uit te stellen om de (administratieve) druk op de zorginstellingen te verlichten.

Naast de landelijke inkomensondersteunende maatregelen hebben we zelf ook gekeken waar mogelijke knelpunten bij onze ondernemers zaten. Dat heeft onder andere geleid tot het Noodfonds voor innovatieve startups dat we samen met de provincie en Bright Move, Incubator 3+, Brainport Development, Technische Universiteit Eindhoven, Rabobank Eindhoven, Brabant Startup Fonds, ASML en Philips hebben opgericht. Juist deze groep dreigde bij allerlei landelijke regelingen buiten de boot te vallen. Hiermee ondersteunen en behouden we een belangrijke groep voor het toekomstig verdien- en innovatievermogen van deze regio en Nederland. Verder hebben we waar nodig uitstel van betaling verleend aan ondernemers bij openstaande vorderingen aan de gemeente. Dat gold ook voor het betalen van lokale belastingen. We hebben herinneringen, aanmaningen en dwangbevelen aan ondernemers opgeschort en de mogelijkheid geboden voor uitstel van betaling. Toen de terrassen gesloten waren, hebben we de aanslagen voor precariobelasting hiervoor naar rato verlaagd. En we maakten waar mogelijk en gewenst maatwerkafspraken, bijvoorbeeld op het gebied van toeristenbelasting met de zwaar getroffen hotelsector.

De crisis was ook aanleiding om na te denken over de binnenstad die zwaar geraakt werd door alle beperkende maatregelen. Met ondernemers uit de detailhandel, horeca, cultuur en creatieve sector en partners als BIZ, Eindhoven365 en DDF zijn we aan de slag gegaan om samen vorm te geven aan de ‘nieuwe’ binnenstad. Ook nodig omdat corona een aantal trends versnelde die al langer sluimerden. Concreet hebben we in dat kader vorig jaar een aanpak gemaakt om de bezoekersstroom in de binnenstad te reguleren, zodat iedereen zich veilig, binnen de richtlijnen van het RIVM, door de binnenstad kon bewegen. Tegelijkertijd zorgde deze aanpak ervoor dat na de eerste lockdown de bedrijvigheid in de retail (en later de horeca) weer op gang kon komen. Onder andere is in mei de 'Hou onze stad sterk' campagne gestart. De campagne laat authentieke lokale ondernemers zien en roept Eindhovenaren op om lokaal te kopen als steun in de rug voor de Eindhovense detailhandel.

Om bedrijvigheid te stimuleren hebben we zelf anticyclisch geïnvesteerd en hebben we ingezet om investeringen door private en andere publieke partijen in de stad op peil te houden. Bijvoorbeeld door geplande onderhouds- of investeringsopgaven te realiseren in de tijdelijk lege gebouwen, sportparken en openbare ruimten. Daarnaast hebben we anderen verleid en gefaciliteerd om versneld in de openbare ruimte werkzaamheden te verrichten zodat dit tot minder overlast of nadeelcompensatie leidt dan gebruikelijk zou zijn. De aanleg van het glasvezelnet in de binnenstad is hier een voorbeeld van, net als het aanbrengen van een nieuwe rode toplaag op de fietspaden aan de Vestdijk en de J.F. Kennedylaan, en het - op initiatief van Brabant Water - vervangen van de waterleiding op het Stratumseind nu het daar rustig is. Op het gebied van inkoop en contractmanagement hebben we in het verlengde een aantal besluiten genomen die ervoor moeten zorgen dat we sneller en met minder lasten voor ondernemers opdrachten kunnen verstrekken. Doordat fysieke bijeenkomsten niet meer mogelijk waren, dreigden de nodige bouw- en ontwikkelprojecten te vertragen, terwijl de vraag naar (betaalbare) woonruimte onverminderd hoog blijft en we de bouw juist willen stimuleren. We hebben daarom stevig ingezet op het gebruik van digitale middelen voor inwonersparticipatie. Dit had zelfs het positieve neveneffect van bredere betrokkenheid van de inwoners die normaal minder gebruik maken van de fysieke bijeenkomsten, zoals jongeren. Dit willen we vasthouden, waarbij we wel oog moeten houden voor mensen die minder digitaal vaardig zijn of geen toegang hebben tot internet.

Zoals gezegd is het instandhouden van onze vitale maatschappelijke infrastructuur een belangrijk uitgangspunt voor ons handelen. We hebben vorig jaar daarom een afwegingskader ontwikkeld voor coronagerelateerde steunmaatregelen. Dit kader is tot op de dag van vandaag een behulpzaam kompas bij het maken van onze afwegingen of en hoe we steun verlenen in aanvulling op de landelijke maatregelen. Onder andere hebben we met het kader in de hand een maatschappelijk ondersteuningsfonds ingesteld. Dit fonds is gericht op het voorkomen dat voor Eindhoven belangrijke organisaties op het gebied van welzijn, cultuur en sport in hun continuïteit bedreigd worden. Met het fonds ondersteunen we niet-commerciële organisaties die een belangrijke rol spelen in de sociaal-maatschappelijke of culturele infrastructuur van de stad en die niet of maar beperkt in aanmerking komen voor de landelijke regelingen. Daarnaast hebben we onze verantwoordelijkheid genomen in onze rol als verhuurder van maatschappelijk vastgoed. We hebben de facturatie weliswaar doorgezet (belangrijk zodat huurders huurschulden konden aantonen voor landelijke regelingen), maar zijn coulant geweest in betalingstermijnen en we hebben incasso’s en het versturen van aanmaningen gestopt.

We hebben ook de nodige maatregelen ingezet voor de zwaar getroffen culturele sector. We hebben een aantal coulancemaatregelen genomen, zoals de verlenging van de termijn van de te ontvangen subsidieverantwoordingen van vier naar acht weken en we lieten Stichting Cultuur Eindhoven de mogelijkheid om het sanctiebeleid buiten werking laten. Bij de beoordeling van de verantwoordingen over de subsidies 2020 zullen we met coulance kijken naar voor de crisis overeengekomen prestatie-eisen en bij het niet nakomen daarvan, zullen we de subsidiekorting niet toepassen. Voor organisatoren van evenementen hebben we vergelijkbare maatregelen genomen, zoals het niet volledig terugvorderen van subsidies als afgelaste evenementen voor corona al kosten gemaakt hebben en het niet-innen of kwijtschelden van opgelegde leges tot een maximumbedrag van € 50.000.

Daarnaast hebben we de Eindhovense BIS-instellingen een aanvullende subsidie verstrekt om het hoofd boven water te kunnen houden. En we hebben vorig jaar extra middelen beschikbaar gesteld als lokale cofinanciering en daarmee als een soort ‘verdubbelaar’ werken van de rijksmiddelen die beschikbaar worden gesteld voor organisaties die vitaal zijn voor de culturele infrastructuur.

Hoewel de crisis in eerste instantie leidde tot veel onderlinge solidariteit met de zorg en met elkaar, zagen we in de loop van het jaar oplopende spanningen en polarisatie. Tegelijkertijd hebben we ook mooie voorbeelden van veerkracht gezien: ondernemers die snel inspeelden op nieuwe kansen, culturele instellingen die nieuwe vormen van programmering en nieuwe samenwerkingen ontwikkelden, mooie buurtinitiatieven en creatieve ideeën om ondanks de beperkende maatregelen er toch wat van te maken. Denk bijvoorbeeld aan het Eindhoven Festival dat in de kerstvakantie via livestream dagelijks een vijftal culturele activiteiten aanbood. Ook waren er positieve gevolgen voor het milieu zoals minder files en een schonere lucht, en er ontstond extra waardering voor groene en aantrekkelijke buitenruimte om in te bewegen of van te genieten in een tijd waarin verder weinig mogelijkheden waren.

Evenwicht en Energie

Terugkijkend op het afgelopen jaar heeft het crisismanagement veel van onze tijd een aandacht gevraagd. Het was ook een flinke extra belasting voor de ambtelijke organisatie om zo goed als mogelijk op de crisis in te spelen. En tegelijkertijd stond de wereld niet stil. Ondanks de impact van de crisis op de inwoners en ondernemers, de maatschappelijke infrastructuur en de gemeentelijke organisatie, zijn we er trots op dat we in 2020 ook flinke stappen hebben kunnen zetten in het realiseren van de ambities van ons coalitieakkoord. We zijn naast het managen van de coronacrisis vol doorgegaan met het verder leggen van een solide fundament voor de ontwikkeling van Eindhoven.

In 2020 hebben we namelijk definitief de stap kunnen maken van ‘evenwicht’ naar ‘energie’. Onze belangrijkste opgave bij de start van de coalitieperiode – het op orde brengen van de gemeentelijke financiën en het terugdringen van de tekorten in het sociaal domein – is inmiddels gerealiseerd. Ook in 2020 realiseren we, net als in 2019, een positief rekeningresultaat. We prijzen onszelf gelukkig dat we onze financiën op tijd onder controle hebben gekregen. Dat gaf ons ook de slagkracht om de coronacrisis te managen en konden we een plus bieden op de landelijke steunmaatregelen. Veel gemeenten waren daartoe niet of nauwelijks in staat. Niet in de laatste plaats omdat de financiële mogelijkheden van de meeste gemeenten onder druk staan vanwege de tekorten die ze hebben in het sociaal domein. Mede door corona is het afgelopen jaar pijnlijk en definitief duidelijk geworden dat het Rijk onvoldoende middelen beschikbaar heeft gesteld om de decentralisaties van de afgelopen jaren in goede banen te leiden. Met name in de jeugdzorg is dat in de volle breedte in Nederland zichtbaar. Inmiddels zijn door het Rijk hiervoor incidentele middelen beschikbaar gesteld. De hoop en verwachting is dat dit bij de actuele formatieonderhandelingen structureel gerepareerd gaat worden.

Het afgelopen jaar zijn we ons ook vol blijven inzetten op het verbeteren van onze structurele inkomsten uit het gemeentefonds. Met de Regiodeal hebben we in de afgelopen jaren mooie resultaten kunnen boeken voor ons voorzieningenniveau, maar dit betrof eenmalige middelen. Om onze schaalsprong daadwerkelijk te kunnen maken en om het potentieel van (de regio) Eindhoven als één van de motoren van de nationale economie optimaal te kunnen verzilveren, is meer nodig. In de kern is de ‘schaalsprong’ van Eindhoven de ontwikkeling van de stad naar een ander, grootstedelijker niveau in de volle breedte. Het gaat dus over meer dan (hoog)bouwen alleen. Met het grootstedelijker worden, neemt ook de complexiteit van onze vraagstukken toe. De aantrekkingskracht en daarmee de groei van de stad betekent dat we moeten omgaan met groeiende vraagstukken op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, tegengaan van achterstanden, voldoende aantrekkelijke en betaalbare woningen in aangename wijken, goede bereikbaarheid, een passend voorzieningenaanbod op het gebied van cultuur en recreatie en de grote opgaven zoals de klimaatopgave en verduurzaming in combinatie met de verdichting en verstedelijking. We spelen daarvoor ook op andere ‘borden’: We trekken bijvoorbeeld vaker met de G4 op. Deze majeure ontwikkeling van de stad vraagt meer dan een eenmalige impuls. In kwaliteit en financieel. We hebben ons het afgelopen jaar dan ook weer sterk gemaakt om tot een andere verdeling van het gemeentefonds te komen. Het lijkt zich gunstig te ontwikkelen, maar het is een zaak van lange adem.

Zorgzaam en zorgvuldig
Het sociaal domein op orde krijgen was noodzakelijk om de gemeente financieel in rustiger vaarwater te krijgen. Kostenbeheersing was in ons coalitieakkoord geen doel op zichzelf, maar een belangrijke randvoorwaarde om tot de vernieuwingen te kunnen komen voor een toekomstvast sociaal domein zodat iedere inwoner de ondersteuning krijgt die hij nodig heeft. Het zoeken van de goede balans tussen beheersing en vernieuwing was in 2020 door corona extra uitdagend. We hebben ingezet om te doen wat nodig is om onze zorgaanbieders te ondersteunen (zie hiervoor) en we hebben aandacht gehad voor de extra kwetsbaren tijdens corona zoals de dak- en thuislozen. Tegelijkertijd zijn we blijven inzetten op de lange lijnen om zorg en welzijn in Eindhoven toekomstbestendig te organiseren.

Corona is daarvoor ook een interessante katalysator geweest. De gemeente is weer nadrukkelijk als partner in de stad aanwezig om met de zorgpartners de vernieuwing op te zoeken. Corona dwong om zaken vernieuwend op te pakken. Bijvoorbeeld op het gebied van dagbesteding, waar initiatieven ontstaan zijn om dat in de wijk vorm te geven. Een al langer gekoesterde wens waarvan de eerste stappen nu daadwerkelijk gezet zijn met 30 plekken in de stad waar 12 zorgaanbieders samenwerken om dit te realiseren. Sowieso zien we dat door corona de samenwerking met partners behoorlijk geïntensiveerd is en gezamenlijk de verantwoordelijkheid gevoeld wordt voor de kwetsbare Eindhovenaren.

De transformatie-agenda is daarbij onze belangrijkste drager. We hebben hiervoor in de afgelopen jaren geld vrijgemaakt en de nodige projecten uitgevoerd om beter zicht te krijgen op wat er nodig is om deze transformatie daadwerkelijk handen en voeten te geven. In 2020 hebben we een evaluatie uitgevoerd van de projecten. Dat leverde een positief beeld op en gaf handvaten voor de verdere doorontwikkeling. Belangrijkste opgave voor de komende tijd is het realiseren van de omslag van ‘losse’ projecten naar een samenhangend ontwikkelprogramma waarbij de prioriteit ligt bij gezondheid en preventie, armoede en schulden alsmede de zorg voor de meest kwetsbaren (inclusief maatschappelijke opvang). Op het gebied van armoede en schulden hebben we het afgelopen jaar de basis gelegd voor een nieuwe aanpak met een sterke nadruk op preventie en gerichte ondersteuning. Hetzelfde geldt voor de maatschappelijke opvang waar we op basis van het toekomstbeeld dat we in 2019 vastgesteld hebben aan de slag gegaan zijn. We hebben in 2020 het inkooptraject afgerond waarbij we ingezet hebben op goede basisvoorzieningen voor maatschappelijke opvang, maar ook maatwerk kunnen bieden die recht doet aan de diversiteit van mensen zonder dak. Maatwerk, innovatie en integraliteit stonden hiermee centraal zodat we naar verwachting meer kwaliteit kunnen leveren voor vergelijkbare of minder kosten. Ook hebben we de dagbesteding op een andere leest geschoeid waarbij we onderscheid maken tussen een laagdrempelige ‘basis’-dagbesteding (zoveel mogelijk in de buurt) en een maatwerkvoorziening voor mensen die meer nodig hebben. Zoals gelegd hierbij de beweging om het zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt te organiseren. Dit heeft zich financieel vertaald in het verschuiven van een paar miljoen euro van de gespecialiseerde tweedelijns ondersteuning naar de subsidiëring van voorliggende voorzieningen. Een positief resultaat van onze inzet op de transformatie.

Er ligt daarmee een basis voor de verdere ontwikkeling naar een toekomstbestendig sociaal domein. Ook qua organisatie. Minder naar regels kijken en meer naar de bedoeling zal hierbij een belangrijke leidraad zal zijn. Ook lokaal kunnen we leren van wat er misgegaan is in de Toeslagenaffaire. In de kern gaat het namelijk over de kwaliteit van dienstverlening voor mensen met een ondersteuningsvraag. Eigen regie en het snel kunnen doorlopen van het proces in combinatie met langjarige zekerheid voor mensen staat centraal. Het verbeteren van de toegang tot voorzieningen blijft voor ons een belangrijk aandachtspunt. We werken samen met de VNG die samen met cliëntorganisaties, het ministerie van VWS en Movisie een verbetertraject heeft opgezet voor een structurele verbetering van de kwaliteit van de uitvoering en het aanpakken van de knelpunten in de deelnemende gemeenten.

Op het gebied van werk en inkomen lag de nadruk in 2020 op de voorbereidingen voor het realiseren van het Huis naar Werk, dat inmiddels geopend is in het voormalige stadskantoor aan het Stadhuisplein. Corona is ook voor deze systeemverandering een belangrijke trigger geweest. Juist in crisistijd worden de beperkingen van het huidige versnipperde systeem zichtbaar en ontstaat de noodzaak om tot een beter en gestroomlijnder systeem te komen om mensen zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Niet in de laatste plaats omdat we helaas hebben moeten constateren dat door corona onze instroom in de inkomensvoorzieningen weer op het niveau ligt van het begin van onze coalitieperiode en al onze inzet in de afgelopen jaren tenietgedaan lijkt te zijn. In combinatie met het uitvoering geven aan landelijke regelingen zoals Tozo en TONK is het een hele prestatie geweest van alle betrokkenen om het Huis naar Werk te realiseren. Dit alles vanuit de gedachte dat werk de beste vorm van sociale zekerheid is. Dat is tevens de reden voor het ophogen van het budget voor Ergon, zodat daar meer plaatsen gecreëerd zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om hun eigen boterham weer te kunnen verdienen.

Sterk en stedelijk
De coronacrisis was een stevige lakmoesproef voor de Eindhovense economie. We hebben gezien dat ook hier corona verschillen blootlegde. De bedrijvigheid in het Brainport-ecosysteem zakte in het begin van de crisis stevig in, maar al vrij snel kenterde dat beeld. Zeker bij de bedrijven die actief zijn in de ketens van gezondheid en halfgeleiders. De automotive-sector had daarentegen meer tijd nodig om weer aan te trekken. Waar horeca en detailhandel door alle beperkende maatregelen en ondanks de steunmaatregelen moeite hadden om het hoofd boven water te houden, groeiden de omzetten van supermarkten, pakketleveranciers, thuisbezorgers en bouwmarkten.

In 2020 stond van veel onze inzet op het gebied van economie vooral uit crisismanagement. Tegelijkertijd hebben we ook hier een aantal lange lijnen uitgezet vanuit ons coalitieakkoord. Het MKB is daarin voor ons een belangrijke doelgroep. Voortbouwend op de MKB-deal die we eind 2019 met het Rijk sloten, is hier in 2020 voortvarend uitvoering aan gegeven. Onder andere met het samen met MKB en kennisinstellingen vormgegeven MKB-plan. Hiermee willen we onze dienstverlening aan het MKB verbeteren en werken we gezamenlijk aan voor het MKB belangrijke speerpunten zoals digitalisering, menselijk kapitaal en internationaal ondernemen. Naast het MKB-plan hebben we in 2020 ook onze schouders gezet om te komen tot een beleidsplan voor de ondersteuning van startups: een belangrijke doelgroep voor de vitaliteit van onze lokale economie. In dit plan zetten we primair in op het creëren van noodzakelijke randvoorwaarden om succesvol van start te kunnen gaan als bedrijf, zoals een one-stop-shop voor startups, goede huisvesting, het bij elkaar brengen van (kennis- en financierings)vraag en aanbod, de gemeente als launching customer voor startups en het vergroten van de zichtbaarheid van Brainport Eindhoven als aantrekkelijke plek voor startups. Hiermee leggen we een stevig fundament voor de ondersteuning voor onze MKB-bedrijven en startups die daarmee sterker uit de crisis kunnen komen.

Daarnaast hebben we begin 2020 de besluitvorming gehad over de meerjarenfinanciering van Brainport Development op basis van hun meerjaren-agenda. Uiteraard deden we dit niet alleen maar met de 21 gemeenten in het MRE. Het belang van Brainport voor stad en regio wordt onderstreept doordat door alle gemeenten unaniem werd ingestemd met de meerjarenfinanciering. Deze Brainport-agenda heeft een sterke focus en is primair gericht op de ontwikkeling van succesvolle ecosystemen. Niet alleen om economisch resultaat te boeken, maar ook gericht op het realiseren van maatschappelijke opgaven. Focus hierbij ligt op thema’s als energie(transitie), slimme en duurzame mobiliteit, gezondheid, vitaliteit en zorg. Daarnaast zet de agenda in op het invullen van de noodzakelijke randvoorwaarden daarvoor, zoals de beschikbaarheid van voldoende talent en een bij Brainport passend voorzieningenniveau.

Het voorzieningenniveau is ook een belangrijke pijler in de Brainport Nationale Actieagenda en de Regiodeal. In 2020 zijn flinke stappen gezet om uitvoering te geven aan de Eindhovense projecten in de Regiodeal. Dit is onder andere zichtbaar geworden in de vernieuwing van Area51 tot een permanente hotspot voor urban sports en cultuur in Eindhoven. De bouw van het Urban Sportpark ’t Schoot is van start gegaan en de basis is gelegd voor de realisatie van de nieuwe Tongelreep waar we mede dankzij een bijdrage van de Regiodeal en bijdragen van de KNZB en InnoSportlab kunnen komen tot een voorziening waar topsport en breedtesport hand in hand gaan. Ondanks dat er geen BIS-status kwam voor het designmuseum COMPLEX, is er vanuit het Rijk (financiële) erkenning gekomen voor het nieuwe Futurelab, dat in samenwerking met Next Nature Network van de grond is gekomen. Daarnaast hebben we in 2020 voorgesorteerd op het nationaal Groeifonds door het samen met de Brainportpartners proposities te ontwikkelen voor de versterking van het ecosysteem. Dit mede als onderdeel van het voorsorteren op het vervolg van de Brainport Nationale Actieagenda en het maken van vervolgafspraken met het nieuwe kabinet. Hoewel we met de Regiodeal een mooie impuls realiseren op het voorzieningenniveau is er voor de toekomst meer nodig om de potentie van Eindhoven als motor van de Nederlandse economie ten volle te realiseren.

Op het gebied van onderwijshuisvesting heeft 2020 in het teken gestaan van het oplossen van een aantal hardnekkige vraagstukken. Nadat we in 2019 tot een Integraal Huisvestingsplan (IHP) met het voortgezet onderwijs zijn gekomen met daarin nieuwbouw van 8 VO-scholen, zijn we in 2020 aan de slag gegaan met het primair onderwijs en de kinderopvang. We zijn tot overeenstemming gekomen over een IHP voor het primair onderwijs, inclusief de al jaren slepende noodzaak tot realisatie van nieuwbouw van een drietal scholen. Ook hebben we ‘schoon schip’ gemaakt rondom het complexe contract met de Internationale School, hebben we voorgesorteerd op de laatste uitbreiding van het ISE en hebben we een breed gedragen visie op internationaal onderwijs ontwikkeld waarmee we het internationaal onderwijs breed in de stad inbedden. En in 2020 hebben we samen met het onderwijsveld een Lokale Educatie Agenda ontwikkeld; een ambitieuze samenwerkingsagenda op een aantal thema’s, zoals actief burgerschap, talentontwikkeling, kansengelijkheid in het onderwijs en voorkomen van onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten. Hiermee hebben we voor de komende jaren een goede basis gelegd voor een vruchtbare samenwerking met primair en voortgezet onderwijs. Van groot belang voor de toekomst van onze stad.

Naast voorzieningen, bedrijvigheid en onderwijs, is mobiliteit en bereikbaarheid cruciaal voor het functioneren van de stad. Niet in de laatste plaats vanwege de grote verstedelijkings- en verdichtingsopgave die we voor ons zien. De  eerste versie van de Omgevingsvisie en de Verdichtingsvisie hebben we in 2020 vastgesteld. Daarin hebben we in samenspraak met veel partijen de grote ruimtelijke opgaven voor de stad geformuleerd en de randvoorwaarden voor gezonde groei; een aantrekkelijk en hoogstedelijke omgeving combineren met leefbare, sociale en inclusieve wijken, de energietransitie en duurzaamheidsopgaven, alsmede het goed bereikbaar houden van de stad. Ook hebben we veel aandacht voor het behoud van erfgoed in de stad. Realisatie van dit alles vraagt een intensief samenspel met mede-overheden en partijen in de stad. Alleen dan kan deze opgave succesvol gerealiseerd worden en houdt Eindhoven zijn unieke karakter van een stad waar het aangenaam wonen en leven is en waar iedereen mee kan doen.

Op het gebied duurzame bereikbaarheid nu en in de toekomst hebben we in 2020 een aantal mooie stappen gezet. We hebben ingezet op verbetering van doorstroming op de ring en we zien de eerste signalen dat het autoverkeer door de stad daarmee daadwerkelijk afneemt. De opkomst van deelvervoer, zoals een bredere beschikbaarheid van elektrische scooters en het investeren in de fietsinfrastructuur zorgt daar ook voor. We hebben in 2020 de P&R-voorziening aan de rand van de Genneper Parken gerealiseerd. Vanwege corona hebben we deze vooralsnog niet opengesteld, maar het is een belangrijk puzzelstukje aan het verder autoluw maken van de binnenstad. Met de werkgeversbenadering rondom woon-werkverkeer, uitvloeisel van de afspraken met ASML over de bereikbaarheid van De Run, hebben we een begin gemaakt met de omslag in het denken dat bereikbaarheid niet alleen een overheidsverantwoordelijkheid is, maar een gezamenlijke inspanning vraagt. We gaan de komende tijd met meer werkgevers concrete afspraken maken hierover. Op het gebied van (inter)nationale bereikbaarheid hebben we het afgelopen jaar nauw samengewerkt met Rijk en provincie aan de KnoopXL als meest prominente gezamenlijke ontwikkelopgave. Hierin komen verstedelijking, verdichting en multimodale bereikbaarheid samen met de gezamenlijke opgave om dit duurzaam en klimaatbesteding te realiseren. Via het MIRT hebben we in 2020, eensgezind met provincie en ondersteuning van de 21 gemeenten, meerjarige afspraken met het Rijk gemaakt en stappen gezet met een financieel commitment. We weten dat dit is een ontwikkeling is die een lange adem vergt. We hebben in deze coalitieperiode daarvoor de onomkeerbare beweging in gang gezet en onze mede-overheden stevig gebonden op de majeure opgave. Ook dit is een mooi fundament voor de realisatie in de komende jaren, waarbij we de organisatorische- en financiële consequenties die hiermee gepaard gaan niet moeten onderschatten. Mede daarom hebben we afgelopen jaar een begin gemaakt met het nadenken over een strategische investeringsagenda voor dit type opgaven.
In 2020 hebben we daarnaast verder uitwerking gegeven aan de adviezen in het kader van de proefcasus Eindhoven Airport. Los van corona blijven we inzetten op het terugdringen van geluidsbelasting. Eventuele groei zal in de toekomst verdiend moeten worden door stillere vliegtuigen en vernieuwing van de vloot door luchtvaartmaatschappijen.

Op het gebied van de digitale bereikbaarheid hebben we met de samenwerkingsovereenkomst met Primevest/T-Mobile een mooi resultaat bereikt. Daarmee komt na vele jaren de volledige verglazing van de stad binnen handbereik zoals deze geformuleerd is in de breedbandvisie Glasrijk Eindhoven uit 2002.

Frisse lucht en nieuwe energie
In 2020 hebben we letterlijk de omslag gemaakt naar ‘energie’. Niet alleen in termen van ons coalitieakkoord, maar als onderdeel van een duurzame toekomst voor Eindhoven. Basis hiervoor is het in 2020 vastgestelde Klimaatplan voor de jaren 2021-2025 waarin we de ambitie hebben voor reductie van minimaal 250.000 ton CO 2 . Onze inzet voor de noodzakelijke energietransitie focussen we enerzijds op het verduurzamen van de gebouwde omgeving en de mobiliteit en anderzijds op duurzame energieopwekking voor industrie en woningen. Gebruik maken van de innovatiekracht van de regio is hierbij een belangrijk hulpmiddel, net als het mobiliseren van inwoners en partners in de stad. We kunnen dit namelijk niet alleen. Financieel hebben we weliswaar ruimte gemaakt om stappen te zetten, maar draagvlak en betrokkenheid is daarnaast cruciaal om de omslag te maken. De technische en economische aspecten zijn van belang, maar zonder steun en samenwerking met onze inwoners kan een dergelijke ingrijpende en complexe transitie niet succesvol zijn. Betaalbaarheid voor iedereen is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Niet voor niets zijn we begonnen met de opzet van een isolatieprogramma samen met corporaties en de coöperatie 040Energie. Dat helpt om te besparen op energiekosten, net als de inzet van energiecoaches, de Energiebox en het zonnepanelenprogramma Groene Zone.

Op regionaal niveau is een eerste versie van de Regionale Energiestrategie opgeleverd die in beeld brengt wat de kansen en mogelijkheden zijn voor duurzame opwekking. Voor ons van belang omdat er in de stad relatief weinig mogelijkheden zijn hiervoor. In 2020 hebben we de randvoorwaarden voor de lokale energietransitie neergezet voor de lange termijn. We hebben de uitgangspunten, inclusief impact en innovatie, voor een warmtevisie opgesteld en met de raad van gedachten gewisseld over de sturing en governance op warmte- en koudenetten. Dit vormt de basis voor de transitie in de komende jaren. Echter, de investeringen van de energietransitie zijn groot en kunnen niet alleen door de gemeente gedragen worden. Met name door het Rijk zullen hierin stappen gezet moeten worden. Ook zijn we afhankelijk van de investeringsbereidheid van bedrijven en inwoners. Hoe dan ook, we gaan daar als gemeente niet op wachten en nemen nu onze verantwoordelijkheid.

In ieder geval doen we dat door ons eigen vastgoed slim te verduurzamen. In 2020 hebben we de 1 e fase afgerond met het Stadhuis en de Stadhuistoren als aansprekend voorbeeld. We werken hard aan het realiseren van de volgende fase. Dit laat ook zien dat verduurzaming geen zaak is van één portefeuille. Het maakt inmiddels vanzelfsprekend integraal en vast onderdeel uit van alle bestuurlijke portefeuilles. In 2020 hebben we dat onder andere vormgegeven bij het realiseren van duurzame mobiliteit, bij het stimuleren van het MKB en bij de eigen gemeentelijke inkoop. Door middel van Klimaatdeals met onze partners gaan we dat verder vormgeven de komende tijd. Verder hebben we definitief een streep gezet onder het Renescience-project, onze beoogde oplossing om de hoeveelheid restafval terug te dringen en te komen tot betere scheiding. Om aan de landelijke afvaldoelstellingen te voldoen moest er een alternatieve strategie ontwikkeld worden. En doordat we lang op Renescience gegokt hebben, was er een inhaalslag nodig om eigentijds afvalbeleid te maken. Dat hebben we in 2020 voorbereidt en in gang gezet. Recent heeft u daarover besloten.

In ons coalitieakkoord hebben we het belang van groen in de stad en onze inzet daarop benoemd. Dit waarde hiervan is extra onderstreept door corona. Onze groengebieden zijn intensief en met veel plezier gebruikt om te wandelen, te ontspannen en te sporten. Voor velen een welkome afwisseling met het beeldschermgebonden thuiswerk. Ook in het afgelopen jaar hebben we het nodige gedaan om meer groen in de stad aan te brengen. We hebben veel nieuwe bomen geplant en herplant en gewerkt aan de doorontwikkeling van onze drie groene wiggen. Met de oplevering van het Clausplein is een mooi groenproject in de binnenstad gerealiseerd dat laat zien hoe je veel kwaliteit in de (versteende) openbare ruimte kan toevoegen. We hebben de basis gelegd voor de verdere vergroening van de (binnen)stad. Dit doen we in ieder geval structureel in de gemeentelijke projecten als onderdeel van het klimaatmitigatiebeleid. Maar ook dit kunnen we niet alleen. We verleiden ondernemers en inwoners van de binnenstad om ook hun ‘steentje’ bij te dragen. Ter inspiratie hebben we daarvoor afgelopen jaar het inspiratieboekje “Op naar een groen(er) Eindhoven; Doe Mee!” gemaakt.

Stad met een groot hart
‘Bouwen, bouwen, bouwen’ is onze leidraad geweest in de afgelopen periode. De druk op de Eindhovense woningmarkt was voor corona al hoog en is niet minder geworden. Niet in de laatste plaats omdat Eindhoven een aantrekkelijk stad is om te wonen en werken. Deze magneetwerking is een belangrijke oorzaak voor onze noodzaak tot verdichting en daarmee ook onze complexe opgaven rondom bereikbaarheid en een leefbare en gezonde woonomgeving. In de afgelopen jaren hebben we veel gebouwd en qua voorraad voor de komende jaren hebben we veel in ‘de pijplijn’ zitten. In 2020 hebben we ons maximaal ingespannen om deze pijplijn te vullen. Ondanks deze inspanning kwamen we erachter dat we te maken hadden met tegenvallende productiecijfers ten opzichte van onze prognoses. We hebben daarom een woningbouwregisseur aangesteld met de opdracht om processen te stroomlijnen en waar mogelijk te versnellen. Daar hopen we dit jaar de eerste vruchten van de plukken. We zetten niet alleen in op voldoende betaalbare woningen om iedereen een plek te kunnen geven in de stad. We hebben ook stappen gezet om te komen tot mooie, iconische gebouwen die onze monumenten van de toekomst zullen worden. Monumenten die passen bij onze stad van kennis en creativiteit. Het is een complexe opgave om alle ambities op een haalbare en betaalbare manier met elkaar te verbinden: gemengde woonmilieus met voldoende vrije sector en met voldoende betaalbare huur en koop, duurzaam en goed ingepast in het stedelijk weefsel. En wel op zo’n manier dat huidige en toekomstige bewoners er hun zegje over kunnen doen. Inwonersparticipatie is niet triviaal. Zeker de iconische hoogbouw bijvoorbeeld rond het Stadhuisplein of op District-E maken veel discussie los in de stad. Mede daarom zijn we in 2020 gestart om ons beleid rondom Inwoners- en overheidsparticipatie op een nieuwe leest te schoeien. Met als doel om meer groepen te kunnen bereiken in onze steeds diverser wordende stad. We ontwikkelen het beleid en doen parallel experimenten met vernieuwende vormen van participatie. Dit ook omdat corona ons dwong om nieuwe wegen te verkennen om participatie digitaal vorm te geven. We kunnen het ons gewoonweg niet veroorloven om vertraging te krijgen in de initiatieven voor noodzakelijke woningbouw. Uitdaging voor de komende jaren is het beschikbaar hebben van voldoende gespecialiseerde ambtelijke capaciteit om de vaart erin te houden. We hebben namelijk te maken met een flinke krapte op de arbeidsmarkt.

We zagen in 2020 landelijk een positieve ontwikkeling om wijken en wijkgericht werken weer prominent op te kaart te zetten. In de met het Rijk afgesloten Woondeal ging het namelijk niet alleen over de woningbouwopgave, maar ook over het ontwikkelen van vernieuwende vormen van wijkaanpak voor het verbeteren van de leefsituatie van bewoners in een gebied. Aandacht voor kwetsbare wijken is ook nadrukkelijk geagendeerd in het manifest “Kom op voor de meest kwetsbare gebieden” van de burgemeesters van 16 grote steden. Corona versterkt deze noodzaak alleen maar.  We hebben in 2020 mooie stappen gezet in onze gebiedsgerichte aanpak die we in een gewaardeerde A-avond aan uw raad gepresenteerd hebben. We hebben daarmee de basis gelegd voor een nieuwe wijkaanpak die dicht bij de mensen staat.. Dit doen we onder andere door aanpak van malafide verhuurders, tegengaan van woonoverlast en vergroten van de leefbaarheid en veiligheid in de wijk als belangrijke inhoudelijke speerpunten in 2020. We hebben de het informatiegestuurd werken en de wijkgerichte (veiligheids)aanpak in Oud-Woensel en Gestel doorgezet. In dat kader hebben we stappen gezet op het gebied van veiligheid en zorg, onder andere door een eerste editie van de ‘zorgdriehoek’. Ook is in 2020 de wijkrechtbank van start gegaan waarbij de focus vooral ligt op preventie en zorg om recidive te voorkomen. Dit experiment heeft veel landelijke aandacht gekregen. Tegengaan van ondermijning stond in 2020 onverminderd hoog op de agenda. We zijn onder andere gestart met een integrale gebiedsanalyse Oud-Woensel dat handvatten voor de verdere aanpak in dit gebied moet geven.

De binnenstad staat in vele opzichten volop in de belangstelling. Onder andere door de eerdergenoemde vergroening die we in gang gezet hebben en de plannen voor een aantal iconische ruimtelijke ontwikkelingen waar we in de afgelopen periode de basis voor hebben gelegd. In 2020 is veel aandacht gegaan naar het managen van de coronacrisis. Dit heeft tegelijkertijd de ingezette beweging onderstreept van acquisitie naar transformatie. De definitieve doorbraak van online shoppen vraagt om andere concepten en functies om de binnenstad nu en in de toekomst vitaal te houden. Van enkel een ‘plek om te kopen’ naar een ‘plek om te beleven’. De noodzaak was er al, maar de urgentie is groter geworden.

Op het gebied van cultuur is 2020 een pittig jaar geweest. De culturele sector heeft grote klappen gehad door de landelijke beperkende corona-maatregelen en de landelijke steun kwam langzaam op gang. Toch kijken we met tevredenheid terug op het afgelopen jaar en de brede steun die het culturele veld in Eindhoven heeft. Het nieuwe beleidsplan van het van Abbe-museum heeft u unaniem vastgesteld en we hebben de opmaat gemaakt naar de nieuwe 4-jaarsperiode voor de cultuursubsidies die op 1 januari 2021 van start is gegaan. We zien groeiende en vernieuwende samenwerkingen in het culturele veld gezien, zowel in de stad als in de regio. Met de impuls uit de Regiodeal hebben we kunnen investeren in het atelierbeleid en makerspaces. En we hebben in 2020 de basis gelegd voor mooie ontwikkelingen als Vonk en Futurelab. Ook hier blijkt de Regiodeal een aanjager om het culturele voorzieningenniveau op een hoger plan te brengen. We trekken hier stevig aan omdat we met de Regiodealmiddelen een unieke kans hebben om ook deze culturele voorziening op een hoger plan te brengen. Corona heeft een stevige wissel getrokken op het culturele veld en tegelijkertijd de betekenis van cultuur versterkt: mensen hebben cultuur over de volle breedte gemist toen het weg viel zoals blijkt uit allerlei onderzoeken, waarmee het onomstreden belang van cultuur zichtbaar is.

Tenslotte hebben we in 2020 een mooi proces doorlopen om te komen tot de nieuwe sport- en beweegvisie “Heel Eindhoven beweegt!”. Juist in corona-tijd heel relevant omdat sport en bewegen bijdragen aan vitaliteit en een goede gezondheid. We hebben hiermee een goed fundament neergelegd waar de komende jaren op voortgebouwd kan worden.

Tenslotte

Het jaar 2020 zal niet gauw vergeten worden. De crisis heeft diepe wonden geslagen die nog lang zullen doorwerken. Het heeft ook tot nieuwe perspectieven en inzichten geleid waarmee we aan de slag moeten. In 2020 hebben we daarnaast een aantal lange lijnen voor Eindhoven verder gebracht. Lijnen die we in ons coalitieakkoord benoemd hebben. Lijnen die voortbouwen op het werk van onze voorgangers, lijnen die we in 2021 en 2022 doortrekken en lijnen waarvan we hopen dat een volgende coalitie en bestuur mee verder kan. Door corona is de noodzaak geïllustreerd dat het een goede keuze is om naar de ontwikkeling van de stad te kijken met de blik van brede welvaart. Het wordt door velen gezien als een concept dat een beter perspectief biedt op de stand van de samenleving en de kwaliteit van het leven dan de gebruikelijke kernindicatoren, zoals het bruto binnenlands product. Brede welvaart is een denkkader voor politiek, beleid en burgers, waarin verschillende aspecten – zoals gezondheid, materiele welvaart en milieu- en bijbehorende belangen een rol spelen. De in 2020 met het CBS ontwikkelde lokale monitor geeft daar goede handvatten door en we gaan dat dit jaar verder verrijken met de doorontwikkeling van de monitor en de oogst van de dialoog met de stad.

In lijn met ons coalitieakkoord hebben we knopen doorgehakt en oplossingen gevonden voor hardnekkige en langslepende dossiers. Na het ‘zuur’ van lastenverzwaringen en bezuinigen in het sociaal domein is het ‘zoet’ daadwerkelijk gekomen. We zijn namelijk in staat geweest om de intensiveringen die we in het coalitieakkoord hebben afgesproken inmiddels grotendeels te realiseren. Het huishoudboekje is op orde, het weerstandsvermogen is solide en het financiële fundament was stevig genoeg om te doen wat nodig was in de crisis. We hebben weliswaar niet al onze ambities structureel kunnen financieren. Daar waar dat niet gelukt is, hebben we met incidentele middelen een goed fundament kunnen neergeleggen dat we de komende tijd verder gaan versterken. Nodig om de in gang gezette en in deze periode steeds zichtbaar wordende schaalsprong van de stad in goede banen te leiden.

Met het realiseren van onze ambities uit het coalitieakkoord, met het op orde brengen van onze financiën en het in control krijgen van het sociaal domein, met het oplossen van langslepende dossiers zoals Renescience, Tongelreep, Vestdijk en IHP en door de stad naar ons beste kunnen door de conoracrisis te leiden, werken we ook dit jaar aan een solide basis voor de doorontwikkeling van de stad en het verder vormgeven van de daarbij horende ruimtelijke en sociaal-maatschappelijke opgaven.
Deze schaalsprong met de bijbehorende complexe opgaven is geen geringe opgave. Ook los van corona zien we dat we als bestuur en organisatie op de toppen van ons kunnen moeten presteren om deze opgave te realiseren. Een schaalsprong van de stad, betekent ook een schaalsprong van de organisatie. Ook hier heeft corona al langer sluimerende kwetsbaarheden zichtbaar gemaakt. Met name kwetsbaarheden in onze informatievoorziening en IT-infrastructuur en daarmee in onze flexibiliteit, in het organisatorisch vermogen om steeds complexer wordende opgaven aan te pakken en in het vermogen om een aantrekkelijke werkgever te zijn om divers talent duurzaam te binden aan de gemeentelijke organisatie. Ook dit is een zaak van lange adem, waarmee de ambtelijke directie met Richting Eindhoven een eerste stap gezet heeft.

Wij zijn in ieder geval met stevige energie aan de slag. Toen we begonnen aan onze coalitieperiode hadden niet gedacht dat we er nu zo goed voor zouden staan. Daar zijn we trots op. We hebben inhoudelijk vrijwel alles gerealiseerd en grote stappen gezet. Dat willen we de komende tijd borgen en daarmee de stad een weer een stuk beter achter te laten.

Deze pagina is gebouwd op 06/02/2021 08:23:07 met de export van 06/02/2021 08:08:19