Algemeen

Financiële hoofdlijn

In deze paragraaf geven we op hoofdlijn inzicht in de financiën. De paragraaf bestaat uit twee delen: het financieel resultaat 2020 en het balansbeeld.

Financieel resultaat

Ontwikkeling gedurende 2020

In 2020 hebben we op 4 momenten een inschatting gemaakt van ons verwacht resultaat: voorjaarsbericht (april), 1e Turap (juli), 2e Turap (oktober) en het najaarsbericht (december). In het voorjaarsbericht meldden we u dat we - mede i.v.m. de coronacrisis - nog geen prognose van het verwacht rekeningresultaat 2020 konden geven. Wel namen we u mee in de financiële effecten die op dat moment al voorzichtig geduid konden worden als gevolg van corona en de afwijkingen in de reguliere exploitatie met daarbij de kanttekening dat de coronaeffecten en de afwijkingen in de exploitatie mogelijk nog dubbelingen bevatte. In de 1e tussentijdse rapportage rapporteerde we u dat we weliswaar een eerste prognose hadden opgesteld (N € 7,5 miljoen), maar dat de rijkscompensatie voor de corona effecten èn de bijstelling van het macro budget BUIG voor de corona effecten nog onduidelijk waren. We gaven u aan dat onze verwachting was dat we met de actualisatie van het BUIG budget, de Rijkscompensatie en het door de raad ter beschikking gestelde budget van € 15 miljoen het verwacht nadelig effect konden opvangen. Bij het opstellen van Turap 2 was er, gebaseerd op de eerste coronagolf inmiddels meer inzicht. Op dat moment werd een voordeel verwacht van € 22,2 miljoen (jeugd - € 4,2 miljoen, wmo + € 8,5 miljoen, gemeentefonds + € 8,3 miljoen, grond + € 4,0 miljoen, renteresultaat + € 1,3 miljoen, personeel + € 1,3 miljoen, overhead+ € 1,5 miljoen en div. overig + € 1,5 miljoen) waarbij alle coronaeffecten gedekt werden uit de € 15 miljoen en de rijkscompensatie.

Uw raad heeft gebaseerd op de inzichten van Turap 2, voornamelijk voor de coronaeffecten die in beeld waren vanuit de 1 e coronagolf, de budgetten in de gemeentelijke begroting bijgesteld. De 2 e tussentijdse rapportage (Turap 2) en in vervolg hierop het raadsvoorstel “begrotingswijzigingen n.a.v. Turap 2’ is  ongeveer gelijktijdig aangeboden met het moment dat we geconfronteerd werden met de 2 e coronagolf en de (gedeeltelijke) lockdown. De effecten hiervan waren dan ook nog niet verwerkt in Turap 2. Het eerste inzicht in de financiële gevolgen van de 2 e coronagolf  en de noodzakelijk dekking heeft u in een separaat raadsvoorstel ontvangen en over besloten (Vaststellen begrotingswijziging naar aanleiding van de verlenging ondersteunende maatregelen aan partners in de stad wegens COVID-19 crisis ).

Afsluitend hebben we u het najaarsbericht aangeboden waarbij de prognose is bijgesteld naar een verwacht voordelig resultaat over 2020 van € 29,8 miljoen. De meest materiële wijzing hierin ten opzichte van Turap 2 was de vrijval uit de reserve groot onderhoud van € 7,5 miljoen. De vrijval vloeit voort uit het raadsvoorstel wegenbeheerplan 2021-2024 waarover uw raad op 24 november heeft besloten . Tevens hebben we u geïnformeerd dat we op basis van de 2e coronagolf nog aanvullende corona effecten zagen die we gedekt hebben uit de saldireserve specifiek.  

Het definitief resultaat 2020 komt uit op € 43,4 miljoen waarvan we voorstellen € 4,3 miljoen te bestemmen.
Een stijging van € 13,6 miljoen ten opzichte van de laatste berichtgeving eind december. Deze stijging is opgebouwd uit voordelen, maar ook nadelen. Op programma 6 (sociaal domein) is het resultaat € 8,3 miljoen voordeliger dan eerder ingeschat in het najaarsbericht. Dit is opgebouwd uit minder nadeel op jeugd (+ € 1,9 miljoen), meer voordeel op WMO(+ € 1,9 miljoen), lagere storting in de voorziening dubieuze cliëntdebiteuren
(+ € 0,7 miljoen), overschot op de ontvangen vergoeding voor de uitvoering van de TOZO (+ € 2,7 miljoen) en diverse overige posten (+ € 1,1 miljoen). Omdat de afwikkeling van de in 2020 verstrekte TOZO uitkering een doorloop kent in 2021 wordt voorgesteld de middelen voor de uitvoering van de TOZO te bestemmen.

We constateren bij sport dat we een specifieke uitkering van het rijk hebben ontvangen voor compensatie van de gederfde inkomsten die niet begroot was (+ € 0,6 miljoen). Daarnaast is de dekking die we in hebben gezet vanuit de coronamiddelen niet volledig nodig geweest (+ € 0,5 miljoen). Voorgesteld wordt deze middelen terug te storten in de saldi reserve specifiek. Het netto resultaat op grond is lager dan eerder verwacht (- € 2,6 miljoen). Dit is het totaal effect van de actuele berekeningen die gebaseerd zijn op het MPG 2021 (winstneming, storting in de reserve bovenwijks en reserve knoop XL, actueel beeld van de verliesvoorzieningen). Op de overhead is een groter voordeel dan verwacht (+ € 2,0 miljoen) en de opbrengst van de bouwvergunningen ligt hoger dan eerder verwacht (+ € 0,7 miljoen). Op de doorbelaste projecturen resteert een groter nadeel dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat overhead niet volledig kan worden doorbelast aan de projecten (- € 2,3 miljoen) en omdat er gewerkt is aan specifieke taken, niet zijnde projecten (- € 0,9 miljoen).  

Tot slot is er ten opzicht van het najaarsbericht nog sprake van voordelen op afgesloten projecten verkeer & vervoer (+ € 0,5 miljoen), heeft op diverse onderdelen vrijval van voorzieningen plaatsgevonden (+ € 1,6 miljoen) en zijn er over de hele linie genomen veel voordelen <€ 0,5 miljoen die samen optellen tot een voordeel (€ 5,2 miljoen).

( x € 1.000)

saldo
begroting
primair
(1)

bijstelling
begroting
(2)

saldo
begroting
na wijziging
(3=1+2)

saldo
realisatie
(4)

afwijking
realisatie tov begroting
na wijziging
(5=4-3)

0 Bestuur en ondersteuning

-471,1

-12,1

-483,2

-497,0

 13,8 V

1 Veiligheid

29,2

0,0

29,2

28,0

 1,2 V

2 Verkeer, vervoer en waterstaat

34,5

-7,4

27,1

25,1

 2,0 V

3 Economie

3,8

-0,3

3,5

3,5

 0,1 V

4 Onderwijs

23,2

1,1

24,3

23,9

 0,4 V

5 Sport, cultuur en recreatie

62,0

3,1

65,1

63,1

 2,0 V

6 Sociaal domein

294,5

5,0

299,5

283,5

 15,9 V

7 Volksgezondheid en milieu

16,3

0,7

17,0

16,1

 0,8 V

8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening

7,6

2,7

10,3

10,4

0,2 N

Resultaat

0,0

-7,3

-7,3

-43,4

 36,0 V

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

Eindbeeld 2020

Bovenstaand is de ontwikkeling van de resultaatprognose gedurende 2020 toegelicht. Hieronder treft u het eindbeeld over 2020 aan per programma. De grootste afwijkingen per programma zijn toegelicht. In de programma’s lichten we bij "wat heeft het gekost" de financiële resultaten meer gedetailleerd toe.

Op programma 0 bestuur en ondersteuning ontstaat een afwijking van € 13,8 miljoen
Op de algemene uitkering is een voordeel van € 8,5 miljoen. Er is sprake van een nagek omen resultaat over 2017, 2018, 2019) als gevolg van de actualisering van verdeelmaatstaven (+ € 0,5 miljoen). Voor het uitkeringsjaar 2020 hebben we bijgedragen aan landelijke voorzieningen (- € 0,3 miljoen). De accressen zijn aangepast (+ € 3,3 miljoen) en de ruimte onder het BCF-plafond is aangepast (+ € 0,5 miljoen). We hebben compensatie gekregen voor Loon- en prijsontwikkeling Sociaal Domein (+ € 2,1 miljoen) en de restant behoedzaamheidsreserve is vrijgevallen (+ € 2,5 miljoen).Voor het uitkeringsjaar 2020 hebben we bij de Decembercirculaire geld gekregen voor taakmutaties, flankerend beleid in verband met corona en corona compensatie (+ € 2,5 miljoen). Dit geld is gestort in de reserve circulaires gemeentefonds om besteding in 2021 mogelijk te mogelijk te maken (- € 2,5 miljoen).

Op de overhead is sprake van een voordeel van € 3,0 miljoen. Er  is een voordeel op de inkopen (+ 0,9 miljoen) veroorzaakt door opgelegde boetes omdat niet voldaan is aan de social return verplichting en behaald voordeel op één inkoopcontract. Als gevolg van corona is er een voordeel op de opleidingskosten (+ € 1,2 miljoen) en een nadeel op de facilitaire kosten zoals Arbo en schoonmaak (- € 0,3 miljoen). Gerelateerd aan personeel wordt per saldo een voordeel behaald (+ € 0,8) doordat meerinkomsten uit detachering worden gegenereerd, er uitstroom plaatsvindt uit de voorziening frictiekosten, instroom in de voorziening WW-verplichtingen en de vaste kosten op personeel lager liggen dan begroot. Tot slot zijn aanpassingen in software uitgesteld (+ € 0,6 miljoen) en is er beperkt nadeel op de overige overheadcomponenten (- € 0,2 miljoen).

Op de lokale lasten en belastingen is per saldo een nadeel van € 0,1 miljoen. Dit bestaat uit een aantal componenten. De opbrengsten van parkeren en naheffingsaanslagen zijn gedurende het jaar al bijgesteld met
€ 2,8 miljoen. Als gevolg van de steeds strengere maatregelen na de zomervakantie en volledige lockdown per jaareinde is alsnog sprake van een nadeel (- € 0,6 miljoen). Voorgesteld wordt dit nadeel via resultaatbestemming aanvullend te dekken uit de coronamiddelen binnen saldireserve specifiek. Op de parkeervergunningen wordt een voordeel behaald (+ € 0,1 miljoen). Op de overige belastingen (hondenbelasting, invorderingskosten, precario bouwprojecten)  worden eveneens een voordeel behaald (+ € 0,5 miljoen). De precario op de terrassen is in de loop van het jaar bijgesteld. Hierop is geen aanvullend resultaat.

In 2020 heeft voor ‘vernieuwbouw’ van de locatie Vonderweg 1 een aanbesteding plaatsgevonden en naar verwachting wordt in Q1 2021 een anterieure overeenkomst gesloten met de begunstigde partijen (Stichting Petri/TAC en Focus Real Estate). Onderdeel van de aanbesteding zijn afspraken over betaling van de openstaande vordering aan de gemeente, dat leidt tot vrijval uit de voorziening dubieuze debiteuren (+ € 0,5 miljoen). Op basis van de beoordeling van de lopende juridische claims en geschillen kan een gedeelte van de voorziening vrijvallen (+ € 0,4 miljoen). De voorziening wachtgeldverplichting valt eveneens voor een gedeelte vrij (+ € 0,3 miljoen) omdat betrokkenen meer inkomsten kunnen genereren, dan wel hebben afgezien van wachtgeld.  

Tot slot is sprake van rentevoordeel (+ € 1,5 miljoen) vanwege de achterblijvende investeringen, voorlopige VPB last over 2020 die niet begroot is (- € 1,3 miljoen) en diverse overige voordelen (+ 1,0 miljoen).

Op programma 1 veiligheid ontstaat een afwijking van € 1,2 miljoen.
Ongeveer de helft van het resultaat komt voort uit de afwikkeling met Mobility-s van de handhavingsinzet over voorgaande jaren (+ € 0,5 miljoen). Daarnaast ontstaat een voordeel (+ € 0,2 miljoen) omdat opleidingen rampen en crisisbeheersing niet volledig hebben plaatsgevonden, en omdat door herprioritering de middelen gebiedsgericht werken en veiligheidsmaatregelen niet volledig zijn benut. Als gevolg van de coronacrisis is vertraging ontstaan in een aantal veiligheidsprojecten waarvoor externe middelen zijn ontvangen. Op de niet bestede middelen geldt een terugbetalingsverplichting. Door de vertraging bestaat incidenteel een voordeel op de lasten (+ € 0,9 miljoen) in 2020 en omdat de middelen nu voor 2021 beschikbaar zijn een nadeel op de baten in 2020 (- € 0,9 miljoen). Het gaat om de projecten Protect pre financiering Paymet DITSS, Preventieve aanpak tegen ondermijning,  Versterkingsgelden Radicalisering,  Intensiveringsmiddelen High Impact Crimes (HIC) en Jeugdoverlast en -criminaliteit (JOC). Tot slot zijn er diverse overige afwijkingen (+ 0,5 miljoen).

De afwijking op programma 2 verkeer, vervoer en waterstaat is € 2,0 miljoen.
In 2020 zijn een aantal projecten openbare ruimte en verkeer afgerond en afgesloten met een voordelig resultaat (+ € 0,5 miljoen). Door een zachte winter hebben we minder strooiacties uitgevoerd (+ € 0,2 miljoen). V anuit het Besluit Begroting en Verantwoording moeten wegen die vervangen worden geactiveerd worden. Dit resulteert in een incidenteel overschot op het budget van groot onderhoud (+ € 0,2 miljoen). Op de activiteiten van zwerfafval hebben we extra middelen ontvangen (+ € 0,1 miljoen). Op het onderhoud en beheer van parkeren wordt per saldo een voordeel (+ € 0,3 miljoen) met name door vertraagde in gebruik name van P&R, nog niet gerealiseerde fietsflat Neckerspoel en achterblijvende inkomsten uit de profitsharing P1. Diverse overige afwijkingen zorgen voor een beperkt nadeel (- € 0,1 miljoen).

Programma 3 Economie laat een afwijking zien van € 0,1 miljoen.
Op de grondexploitaties-bedrijventerreinen is conform BBV tussentijds winst genomen (+ € 1,3 miljoen). Conform besluitvorming is een gedeelte hiervan gestort in de reserve bovenwijks (- € 1,2 miljoen). De opbrengsten van de markten zijn gedurende het jaar naar beneden bijgesteld met € 0,2 miljoen als gevolg van corona. In algemene zin blijven de opbrengsten al enige jaren achter door dalende vierkante meters en minder marktkooplieden waardoor per jaareinde een nadeel ontstaat (- € 0,1 miljoen). We werken aan een nieuw beleidsplan voor de markten. Als gevolg van corona kan minder toeristenbelasting worden opgelegd. Gedurende het jaar hebben we de begrote opbrengst al met € 0,7 miljoen naar beneden bijgesteld. Op basis van de op te leggen aanslagen over 2020 wordt een aanvullend nadeel verwacht (- € 0,1 miljoen). Tegelijkertijd zijn er nagekomen baten uit voorgaande jaren (+ € 0,3 miljoen). De resultaten op de toeristenbelasting worden afgewikkeld met de reserve citydynamiek waarin per saldo een storting plaatsvindt (- € 0,2 miljoen). Daarnaast zijn er diverse overige voordelen (+ € 0,1 miljoen).

De afwijking op programma 4 onderwijs is € 0,4 miljoen .
Er is vertraging in de IHP-projecten (+ € 3,1 miljoen) en vertraging in de nieuwbouw van een aantal SPIL-locaties waardoor ook vertraging optreedt in activiteiten als asbestsanering (+ € 0,3 miljoen), inrichten openbare ruimte bij de scholen (+0,1 miljoen), boekwaarde van oude panden later wordt gesaneerd (+ € 0,9 miljoen) en extra kosten worden gemaakt voor aanhuren van tijdelijke (wissel)locaties (- € 0,3 miljoen). De werkzaamheden om de gevel van Startbaan/Meerbos te herstellen zijn goedkoper dan verwacht (+ € 0,4 miljoen). Daarnaast is een schade-uitkering ontvangen voor de brand aan de Mainelaan en de Vlokhovenseweg (+ € 2,8 miljoen). Deze resultaten zijn vereffend met de reserve onderwijshuisvesting (- € 7,3 miljoen) waardoor per saldo geen resultaat ontstaat. Op onderwijsbeleid, waarbij met name wordt ingezet op voortijdig schoolverlaten, bestrijden van onderwijs-achterstanden en versterken van basisvaardigheden volwassen is een voordeel (+ € 0,5 miljoen) omdat verschillende projecten op andere wijze dan eerder gedacht zijn gedekt. Tot slot nog diverse kleinere verschillen (- € 0,1 miljoen).

Programma 5 sport, cultuur en recreatie kent een afwijking van € 2,0 miljoen.
In 2020 is van het Rijk een tegemoetkoming ontvangen in de door de gemeente Eindhoven kwijtgescholden huur in de periode van 1 maart tot 1 juni 2020 aan amateursportorganisaties. De huurinkomsten zijn in 2020 reeds bijgesteld uit de coronamiddelen waardoor een voordeel ontstaat (+ € 0,6 miljoen). Voor de exploitatie van de sportparken zijn in 2020 de inkomsten € 1,5 miljoen naar beneden bijgesteld voor het ingeschatte corona effect. Eind 2020 blijkt het daadwerkelijke effect € 1,0 miljoen waardoor een voordeel ontstaat (+ € 0,5 miljoen). Voorgesteld wordt beide voordelen van in totaal  € 1,1 miljoen te bestemmen en terug te storen in de saldi reserve specifiek. In de voorziening waardevermindering materieel vaste activa was op basis van de eerdere planning rekening gehouden met de sloop van de om te vormen onderdelen Tongelreep in 2020. Vanwege de aanpassing in de planning (en doorlopende afschrijvingskosten) is in 2020 een deel van het voorziene bedrag vrijgevallen (+ € 0,3 miljoen). In het kader van veiligheid en wet- en regelgeving worden er vanuit de gemeente in rol als eigenaar tal van inspecties uitgevoerd in onze gemeentelijke panden op het gebied van asbest, legionella en brandveiligheid.
Een recent asbestonderzoek in het Parktheater heeft uitgewezen, dat er in dit pand kordate maatregelen moesten worden getroffen om toekomstige gezondheidsrisico’s te voorkomen wat voor een gedeelte in 2020 is uitgevoerd
(- € 0,2 miljoen). Het Muziekgebouw heeft de huurachterstand ingelopen conform de gemaakte afspraken, waardoor een deel van de getroffen voorziening dubieuze debiteuren kon vrijvallen (+ € 0,5 miljoen). Er is een voordeel op het planmatig onderhoud (+ € 1,7 miljoen) omdat de werkzaamheden aan de Catharinakerk zijn uitgesteld en omdat de corona een golf van reorganisaties bij de cultuurinstellingen teweeg bracht, waardoor werkzaamheden zijn doorgeschoven. Dit wordt afgewikkeld met de reserve planmatig onderhoud vastgoed
(- € 1,7 miljoen). Het van Abbemuseum heeft geen nadelig resultaat omdat gedurende 2020 de begroting met een bedrag van € 0,6 miljoen is bijgesteld vanuit de eigen coronamiddelen, provinciale middelen en het Mondriaanfonds. Tot slot zijn er binnen dit programma nog diverse kleine resultaten (+ € 0,3 miljoen).

Op programma 6 sociaal domein zien we een voordeel van € 15,9 miljoen.
Met als doel om de sociaal maatschappelijke/culturele infrastructuur voor de stad te behouden is door de raad midden 2020 besloten om maatschappelijke partners van het sociaal domein tegemoet te komen in de huisvestingslasten. De daadwerkelijke ondersteuning op basis van inged iende aanvragen is achtergebleven bij de eerdere verwachting (+ € 0,8 miljoen). Op basis van het reserveringsbesluit zijn de restant middelen van het fonds teruggestort in de saldireserve specifiek (- € 0,8 miljoen).  

Op WMO is in totaal een resultaat van voo rdelig € 11,8 miljo en. Op de WMO-voorzieningen is, met uitzondering van de woonvoorzieningen sprake van een voordelig resultaat. Dit wordt veroorzaakt doordat als gevolg van de corona crisis niet alle voorzieningen en ondersteuning geleverd konden worden, de begroting gebaseerd is op de hogere realisatie van voorgaande jaren waarin het maatregelenpakket van budgetplafonds en verscherpte toegang nog niet waren ingevoerd en doordat de verwachte aanzuigende werking is uitgebleven. In de begroting 2021 is dit aangepast en de voordelen over 2020 zijn tussentijds gemeld. Een gedeelte van het voordeel is vervolgens ingezet om de omzetgarantieregelingen van in totaal € 1,3 miljoen, waarop door een beperkt aandeel van de aanbieders een beroep is gedaan, te dekk en (+ € 8,4 m iljoen). Er is al langere tijd sprake van een dalende trend in de maatschappelijke opvang met name door een verschuiving van de doelgroep naar beschermd wonen ( + € 1,0 miljoen). Daarnaast zijn de kosten van de nachtopvang lager ( + € 0,3 miljoen) en zijn de extra kosten als gevolg van corona voor de opvang lager dan verwacht (+ € 0,2 miljoen). Op beschermd wonen wordt op de lasten een voordeel behaald (+ € 1,5 miljoen) omdat de begroting nog niet is aangepast op het effect van het maatregelenpakket, daarnaast is er een hogere eigen bijdrage gerealiseerd vanwege hogere aantallen ( + € 0,4 miljoen). De lasten van de pilot werkplaats financiën XL zijn gedekt binnen bestaande budgetten 2020 waardoor het in 2019 gereserveerde budget niet noodzakelijk is geblek en (+ € 0,3 miljoen). Daarnaast is sprake van vergoeding van meerkosten WMO aan de zorgaanbieders vanwege corona (- € 0,3 miljoen). Voorgesteld wordt deze meerkosten te dekken uit de saldireserve specifiek coronamiddelen omdat hier de landelijke bijdrage ook in opgenomen is.

Op jeugd wordt een nadelig resultaat van - € 3,5 miljoen behaald. In de loop van 2020 is een stijging opgetreden van het aantal kinderen in de jeugdzorgplus met name omdat een aantal complexe casussen niet bij de reguliere zorg terecht kan (- € 0,6 miljoen). Op de landelijke inkoop van jeugd is meer uitgegeven (- € 1,0 miljoen). Op de inkoop van ondersteuning zelfstandig leven en wonen wordt in 2020 per saldo een nadeel behaald (- € 0,2 miljoen) en is een nagekomen resultaat uit de afwikkeling 2018/ 2019 (- € 0,5 miljoen). Omdat wachttijden zijn ontstaan bij de gecontracteerde zorg is een toename geweest in de uitgaven aan de niet gecontracteerde zorg (- € 1,9 miljoen). Op de crisishulp wordt een voordeel behaald (+ € 0,7 miljoen) en er zijn diverse kleinere resultaten op jeugd (+ € 0,3 miljoen). Het blijkt in de praktijk lastig om beheersmaatregelen goed te kunnen effectueren omdat verwijzers vaak aanbieders kiezen waar we geen contract mee hebben afgesloten, en we over landelijke producten geen regie kunnen voeren. Daarnaast is sprake van vergoeding van de meerkosten Jeugd aan de zorgaanbieders vanwege corona (- € 0,3 miljoen). Voorgesteld wordt deze meerkosten te dekken uit de saldireserve specifiek coronamiddelen omdat hier de landelijke bijdrage ook in opgenomen is.

Op participatie en inkomen is een positief resultaat van € 4,7 miljoen behaald. Er is een voordeel op de ontvangen vergoeding voor de uitvoering van de TOZO-regeling (+ € 2,7 miljoen). Voorgesteld wordt deze restantmiddelen voor de uitvoering van TOZO te bestemmen voor 2021. De bijstorting in de voor ziening dubieuze cliëntdebiteuren is hoger dan begroot (- € 1,6 miljoen) maar wel lager dan eerder verwacht bij het najaarsbericht. De loonkostensubsidie en de begeleidingskosten zijn lager omdat externe plaatsingen als gevolg van de corona crisis minder plaatsvinden (+ € 1,7 miljoen). Als gevolg van de corona crisis doen zelfstandigen een beroep op de TOZO-regeling. Hierdoor treedt het effect op dat er minder beroep op de BBZ-regeling wordt gedaan (+ € 0,7 miljoen). Onder andere door onbekendheid met de regelgeving wordt er minder studietoeslag aangevraagd (+ € 0,4 miljoen). De inzet van re-integratie trajecten (door het participatiebedrijf) blijft achter bij de raming als gevolg van corona. Het aantal private trajecten blijft ook achter bij de verwachting (+ € 0,8 miljoen).

Er zijn minder subsidies aangevraagd door bewonersverenigingen en een aantal bewonersverenigingen zijn opgeheven (+ € 0,3 miljoen). Op de kinder- en peuteropvang zijn minder inspecties uitgevoerd als gevolg van corona (+ 0,2 miljoen) en de indicatiestelling voor medische kinderdagverblijven is verlegd naar WIJ-Eindhoven (+ € 0,5 miljoen). Op de gemeentelijke BBBB- middelen is een voordeel (+ € 1,3 miljoen). Conform het collegebesluit inzake de BBBB- uitgaven worden deze ten laste gebracht van het budget Landelijke Vreemdelingen Voorziening. Daarnaast zijn er diverse overige voordelen (+ € 0,6 miljoen).
De afwijking op programma 7 volksgezondheid en milieu bedraagt € 0,8 miljoen.
Door corona is er minder fysiek toezicht mogelijk geweest door de omgevingsdienst. Daarnaast is de horeca grotendeels gesloten geweest en zijn evenementen amper mogelijk geweest, waardoor er minder klachten waren, en er minder inzet nodig was, zowel bij gemeente als bij de omgevingsdienst (+ € 0,4 miljoen). Relatief veel grafrechten van aflopende overeenkomsten zijn niet verlengd waardoor de inkomsten achterblijven tevens leidt dit tot extra kosten voor het ruimen van de graven (- € 0,2 miljoen). Op riolering wordt een voordeel behaald ( + € 0,5 miljoen) en de in 2019 getroffen voorziening renescience is in 2020 deels vrijgevallen (+ € 0,2 miljoen) omdat op basis van actueel inzicht het negatief eigen vermogen Cure lager is dan eerder ingeschat. Tot slot zijn er diverse kleine resultaten (- € 0,1 miljoen) .

Op programma 8 volkshuisvesting en ruimtelijke ordening is een afwijking van - € 0,2 miljoen.
Op de grondexploitaties(niet bedrijventerreinen) is in 2020 meer aan tussentijdse winst gerealiseerd dan geraamd (+ € 6,4 miljoen). Conform afspraak is een gedeelte van dit resultaat gestort in de reserve bovenwijks  (- € 5,1 miljoen). Daarnaast zijn op basis van het MPG 2021 de verliesvoorzieningen voor negatieve planexploitaties geactualiseerd (- € 0,2 miljoen). Daarnaast is een resultaat op het beheer van de gronden en panden die op een later moment in de grondexploitaties worden ingebracht, de incidentele grondverkopen en voorbereiding van projecten (+ € 0,5 miljoen). De taakstelling verkoop panden wordt niet volledig gerealiseerd door latere verkoop, naar verwachting in 2021 (- € 0,6 miljoen). Vanwege de verkoop van de Ventoseflat in 2020 worden de geraamde beheerlasten en te ontvangen opbrengsten niet meer gerealiseerd (- € 0,5 miljoen). De coronacrisis leidt ertoe dat meer mensen zijn gaan verbouwen. De kosten en opbrengsten van de 'kleine 'bouwvergunningen zijn daarom hoger. Daarnaast ligt de gemiddelde opbrengst van de 'grote bouwvergunningen' hoger (+ € 1,4 miljoen). Als resultaat van een rechterlijke uitspraak heeft de gemeente een bedrag ontvangen van de inmiddels failliet verklaarde Stichting Zonnehuizen, de voormalige huurder van het gemeentelijk vastgoed aan de Genepperweg (+ € 0,5 miljoen). Op de dekking van de personele lasten uit projecten wordt een nadeel behaald (- € 3,1 miljoen) omdat de overhead niet meer integraal mag worden doorgerekend en een verschuiving is opgetreden tussen de gemaakte uren voor beleid en projecten. Tot slot zijn er diverse kleine resultaten (+ € 0,5 miljoen).

Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de totstandkoming van het resultaat en zijn van belang  integraal te duiden:

  • Tussentijdse beleidswijzigingen (uitbreiding scope, aanvullend beleid, extra krediet) zijn besloten via separate dossiers en het financieel effect op 2020 is verwerkt in de begroting.
  • De tussentijds geprognosticeerde financiële voor- en nadelen op lopend beleid 2020 zijn gerapporteerd bij de tussentijdse rapportages, maar zijn tussentijds niet verwerkt in de begroting. Hierop gelden drie uitzonderingen die door de raad besloten zijn:
    • Vier begrotingsposten zijn- op basis van het raadsvoorstel 'BGW n.a.v. Turap 2' verhoogd vanuit rechtmatigheidsprincipe (droogteschade, plaagdierenbestrijding, onderhoud cultuurpanden, warmtetransportleidingen Tongelreep);
    • De kapitaallasten zijn - op basis van het raadsvoorstel 'BGW n.a.v. Turap 2' naar beneden bijgesteld;
    • In december 2020 is het dossier reserveringsvoorstel 2020 door de raad vastgesteld. De verwachte budgetvoordelen per jaareinde zijn begrotingstechnisch verwerkt (verlagen budget en storting in de reserve reserveringen) Per jaareinde zijn de werkelijke restantbedragen gestort. Dat leidt op enkele programma's tot afwijkingen die zijn toegelicht;
    • De dekking van de extra lasten en derving van de inkomsten als gevolg van corona zijn tussentijds naar beste inzicht verwerkt.
  • De voor- en nadelen op het budget groot onderhoud vastgoed verrekenen we per jaareinde in de in 2019 ingestelde reserves voor onderhoud tot het moment dat we kunnen terugkeren naar voorzieningen groot onderhoud. Daarover hebben we in december 2019 de raad met een separate RIB geïnformeerd.
  • Op diverse beleidsterreinen voeren we activiteiten projectmatig uit (bijvoorbeeld groot onderhoud, revitalisering bomen, verbeteren luchtkwaliteiten). Bij de start van het project worden de beschikbare middelen samengebracht. Projecten hebben als kenmerk dat ze jaaroverschrijdend zijn. Het toegekende projectbudget is beschikbaar voor alle jaren. De raming per jaarschijf en de realisatie per jaarschijf wijken om verschillende reden af van de planning. De middelen blijven beschikbaar doordat we deze projecten egaliseren via de reserve (maatschappelijk nut in ontwikkeling). Per programma waar dit aan de orde is, is op de afzonderlijke taakvelden inzichtelijk gemaakt wat de afwijking op jaarschijf 2020 is.

Balansbeeld en kengetallen

bedragen x € 1 miljoen

Balans Activa

31-12-2019

31-12-2020

Balans Passiva

31-12-2019

31-12-2020

(im)materiele vaste activa

665,2

695,8

Eigen vermogen

301,6

350,6

Leningen aan derden

24,6

18,9

Voorzieningen

21,1

16,0

Overige financiële vaste activa

8,1

8,1

Vaste schulden

400,2

372,8

Voorraden

91,7

97,9

Kasgeldleningen

35,0

50,0

overige vlottende activa

103,6

112,8

overige vlottende passiva

135,4

144,2

TOTAAL

893,2

933,6

893,2

933,6

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

Toelichting balansbeeld

Activa
De vaste activa zijn toegenomen met € 30,6 mln. Dit betreft voornamelijk investeringen in maatschappelijk nut en de bijdrage aan activa in eigendom van derden (schoolgebouwen). De leningen aan derden zijn afgenomen met € 5,7 miljoen, met name doordat een lening aan een woningbouwcorporatie vervroegd is afgelost op de renteherzieningsdatum. Onder de overige financiële vaste activa zijn de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen opgenomen. De waardering is overeenkomstig voorgaand jaar. De voorraden nemen met € 6,2 miljoen toe. Dit komt met name door de overheveling van de boekwaarden van gronden (actief) naar de actieve grondexploitatie. De overige vlottende activa nemen met € 9,2 miljoen toe. Dit is opgebouwd uit een afname van de liquide middelen met € 6,1 miljoen, afname van de overlopende activa (vooruitbetaalde bedragen en nog te ontvangen bedragen) van € 1,9 miljoen en een stijging van de debiteuren met € 17,2 miljoen (waarvan 8,7 miljoen betrekking heeft op openbare lichamen).  

Passiva
De omvang van het eigen vermogen bedraagt eind 2020 € 350,6 miljoen. De vermogenspositie eind 2020 is
verbeterd met € 49 miljoen. Deze verbetering is met name het gevolg van het in 2020 behaalde rekeningresultaat (+ € 43,4 miljoen). Stille reserves, zoals de kunst van het Van Abbemuseum tellen niet mee in de omvang van het vermogen. De voorzieningen zijn per saldo met € 5,1 miljoen afgenomen. De grootste mutatie is de inzet vanuit de voorziening riolering ter bekostiging van vervangingsinvesteringen (- € 12,2 miljoen). Deze voorziening is conform begroting ook weer aangevuld (+ € 8,5 miljoen). Daarnaast zijn kosten voormalig personeel, frictiekosten, sociaal plan, WW -en wachtgeldverplichtingen afgewikkeld op de personeelsgerelateerde voorzieningen (- € 1,1 miljoen) en de voorziening renescience is voor een deel vrijgevallen (€ -0,2 miljoen) op basis van nieuwe inschatting. De schuldpositie is door aflossingen op opgenomen geldleningen per saldo verlaagd met € 27,4 miljoen. Hier staat tegenover dat de opgenomen kasgeldleningen met € 15 miljoen zijn toegenomen. De overige vlottende passiva nemen met € 8,9 miljoen toe. Dit is opgebouwd uit een negatief banksaldi van € 2,1 miljoen, toename van de overlopende passiva (vooruitontvangen en nog te betalen bedragen) van € 10,1 miljoen en een daling van de overige schulden met 3,3 miljoen.

Sturen met normen
We hebben sturen met normen geïntroduceerd om financiële ontwikkelingen snel te onderkennen en de
sturingsmogelijkheden te vergroten. Sinds 2016 is een dergelijk systeem ook verankerd in het BBV
(verslaggevingsvoorschriften). Met de komst van deze kengetallen hebben we onze eigen norm voor het
weerstandsvermogen vastgehouden. De eerder geïntroduceerde kapitaallastennorm hebben we losgelaten.
In de paragrafen weerstandsvermogen en financiering zijn de wettelijke kengetallen uitgewerkt en toegelicht.

Onderstaand een eerste blik op deze kengetallen

Norm
(bedragen x € 1 miljoen)

rekening 2019

norm 2020

rekening
2020

kasgeldlimiet

0

80

24

renterisiconorm

41

187

28

weerstandsvermogen

130

93

149

Saldo op structurele posten

7%

0%

8%

Waar gaat het geld naar toe?

Waar komt het geld vandaan?

Deze pagina is gebouwd op 06/02/2021 08:23:07 met de export van 06/02/2021 08:08:19