Toelichting per balanspost

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen) van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van
€ 16,8 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf grondbeleid).

Tussentijds winstnemen
De totale tussentijdse winstneming bedraagt € 7,763 miljoen. Bij de berekening hiervan hebben we, evenals bij de berekening van de tussentijdse winst bij de jaarrekening 2018 en 2019, de projectrisico’s buiten beschouwing gelaten.

Toelichting gereed product en handelsgoederen

Onder gereed product zijn panden opgenomen die bestemd zijn te verkopen. De boekwaarde van deze panden is conform voorschrift BBV bij de bestemming tot verkoop overgaan van materieel vast actief naar voorraden.
De mutaties op de post betroffen de verkoop van de Ventoseflat, waarvan de opbrengst ten gunste van de exploitatie is gekomen, maar waarvan de restant boekwaarde een incidentele last voor 2020 is geweest.Door de verkoop is de  boekwaarde van de handelsvoorraad met afgerond 10,2 miljoen afgenomen. Daarnaast heeft er reguliere afschrijving plaatsgevonden waardoor de boekwaarde met afgerond € 0,4 miljoen verlaagd is. Tot slot is de boekwaarde gestegen met € 1,5 miljoen omdat panden vanuit de materiële vaste activa naar de voorraad handelsportefeuille zijn verplaatst omdat sprake is van een voornemen tot verkoop.

bedragen x € 1.000

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

Clientdebiteuren
De vorderingen op clientdebiteuren ontstaat vanuit de diverse soorten inkomensregelingen. De belangrijkste oorzaken zijn: terugvorderingen, fraudevorderingen, boetes, geldleningen alsmede sinds 2020 TOZO vorderingen (circa € 2 miljoen). We vormen een voorziening voor deze debiteuren omdat er een risico bestaat op oninbaarheid. Bij de bepaling  van de voorziening hebben we het deel van de BBZ waar we geen risico overlopen uitgesloten, alsmede de 30% rijksvergoeding voor Tozo.Tenslotte hebben we geen voorziening gevormd voor Tozo bedrijfskapitaal. Mede op basis van ervaringscijfers blijkt dat het percentage van oninbaarheid ongeveer 50% bedraagt (2019: 52%). De afname van het oninbaarheidspercentage kan worden verklaard doordat de totale vordering op cliëntdebiteuren  (exclusief TOZO debiteuren), waarbij het financiële risico bij de gemeente Eindhoven ligt, is afgenomen. De gemiddelde ouderdom van de debiteuren is lager, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een opschoon actie onder debiteuren.

Belastingdebiteuren

De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Eind 2020 bedraagt de boekwaarde € 3,9 miljoen. Een toename van ruim € 1,9 miljoen ten opzichte van eind 2019. Als gevolg van corona is de solventie van ondernemingen (niet-natuurlijke rechtspersonen) door corona aangetast. In 2020 is één van de algemene maatregelen geweest dat uitstel verleend kan worden op de te betalen belasting. Er is geen sprake van automatisch verlenen van uitstel. Het uitstel kan bij de gemeente worden aangevraagd. Bij het verlenen van dit uitstel is direct een betalingsregeling overeengekomen. Op het openstaand saldo is een voorziening voor verwachte oninbaarheid getroffen van € 0,5 miljoen. Voor deze schatting is gebruik gemaakt van de ervaringscijfers uit het verleden (feitelijke oninbaarheid afgezet tegen de oorspronkelijke vorderingen). Aanvullend zijn de vorderingen van niet-natuurlijke personen boven de € 10.000 van de twee belastingsoorten (gemeentelijke belastingen en toeristenbelasting) met het grootste aandeel in het openstaand debiteurensaldo individueel beoordeeld. Hierbij is gekeken naar:

• Hebben er betalingen plaatsgevonden na 31-12-2020;
• Worden de betalingsregelingen nagekomen;
• Geven de belastingdebiteuren aan dat ze kunnen betalen (telefonisch contact).

De voorziening voor dubieuze belastingdebiteuren is in 2020 nagenoeg gelijk gebleven t.o.v. 2019. De oninbare vorderingen die in 2020 ten laste van de voorziening zijn gebracht (€ 0,2 miljoen) zijn gelijk aan de extra storting die op basis van de beoordeling per jaareinde 2020 heeft plaatsgevonden (+ € 0,2 miljoen).

Overige debiteuren
De boekwaarde van de overige debiteuren bedraagt per jaareinde € 18,2 miljoen. Een toename van € 1 miljoen ten opzichte van voorgaand jaar. Als gevolg van de coronapandemie is op verzoek uitstel van betaling verleend aan ondernemers, zzp-ers, culturele instellingen en verenigingen. Tegelijkertijd is in 2020 ook het besluit genomen om ten aanzien van de verhuur van gemeentelijk vastgoed op aangeven van de huurder automatische incasso’s voor niet-woningen stop te zetten en geen herinnering, aanmaning te versturen en/of incassotraject te starten wanneer een huurder niet in staat is de huur te voldoen. In algemene zin zorgt dit voor de toename van het debiteurensaldo eind 2020.

Voor het openstaand debiteurensaldo is een voorziening getroffen voor een bedrag van afgerond € 2,7 miljoen. De voorziening voor dubieuze debiteuren is net als voorgaand jaar bepaald o.b.v. de beste schatting. Uitgangspunt is de debiteurenstand per 31-12-2020. De betalingen tot en met 27 januari 2021 zijn in mindering gebracht. Voor het dan nog openstaande deel van de vorderingen is de voorziening bepaald. In 2020 hebben de gevolgen van corona impact op de liquiditeit en continuïteit van onze debiteuren. Tegelijkertijd is op verschillende onderdelen compensatie beschikbaar en hebben we ook veelal geen direct zicht op de liquiditeit van onze debiteuren. We hebben onze debiteuren in groepen verdeeld naar aard van debiteuren (o.a. horeca, culturele instellingen, sportverenigingen, scholen, welzijnsinstellingen etc.). Door het verder specificeren van de groepen is geprobeerd een groter gedeelte van de massa individueel te beoordelen, rekening houdend met informatie die we hebben over en naar aanleiding van corona.

De voorziening is in 2020 met afgerond € 1,0 miljoen afgenomen Deze mutatie laat zich verklaren door oninbare vorderingen die ten lasten van de voorziening zijn gebracht (- € 0,5 miljoen), gedeeltelijk vervallen van eerder voorziene bedragen omdat tot betaling is overgegaan dan wel concrete afspraken zijn gemaakt (- € 1,0 miljoen) en per saldo bijstorten in de voorziening voor verwachte oninbaarheid o.b.v. eindejaarsbeoordeling (€ 0,6 miljoen waarvan € 0,3 miljoen begroot was en gedekt is uit de coronamiddelen).

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.