3c. Onderhoud kapitaalgoederen

Met ingang van 2020 wordt het onderscheid tussen stedelijk- en buitengebied gemaakt op grond van de bebouwde komgrens (in de zin van de wet natuurbeheer).

Werkelijke kosten onderhoud in 2020 ten opzichte van begrote kosten

De bijgestelde begrote en werkelijke onderhoudskosten in 2020 bedragen afgerond € 11,6 miljoen. De werkelijk uitgaven zijn ongeveer gelijk aan de raming.

Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2020 in relatie tot het geplande onderhoud 2020.  
Er heeft conform planning cyclisch jaarlijks onderhoud plaatsgevonden aan beplantingsvakken, bomen,  speelvoorzieningen en de kinderboerderij. Zo zijn onder meer het gras gemaaid, onkruid verwijderd, beplantingen gesnoeid en speelvoorzieningen zijn gecontroleerd en zo nodig op basis daarvan gerepareerd. Er is ongedierte bestreden en de dieren in de kinderboerderij zijn verzorgd.  

Er heeft cyclisch meerjaarlijks onderhoud plaatsgevonden. Onder meer zijn bomen op kwaliteit gecontroleerd en zo nodig gesnoeid. Beplantingvakken en bomen zijn zo nodig ingeboet. Afgeschreven  speelvoorzieningen zijn indien nodig in overleg met omwonenden vervangen. De kinderboerderij is in stand gehouden wat betreft gebouw en veestapel.

Er heeft gecombineerd met investeringen groot onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn in overleg met omwonenden speelplaatsen gerenoveerd en zijn (al dan niet met riolerings- of verkeersprojecten gecombineerd) straten opnieuw ingericht met bomen, parkrenovaties voorbereid en zover de budgetten dat toelieten uitgevoerd.

Er heeft curatief onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn er veelal op basis van meldingen van bewoners schades gerepareerd.  Het herstel van de stormschade 2019 is opgenomen in het in 2019 vastgestelde 'plan van aanplant'. Er is gestart met uitvoering met een doorlooptijd tot in 2022.

Ontwikkelingen

Door de intensivering van binnenstedelijk wonen wordt het bestaande groen intensiever gebruikt, hetgeen in 2020 nog versterkt werd doordat de mensen i.v.m. corona meer in de buurt bleven. Met een hogere dichtheid aan bebouwing en bijbehorende infrastructuur staat de resterende fysieke ruimte voor bomen en beplanting zowel ondergronds als bovengronds in verdichtingsgebieden onder druk, terwijl deze tegelijk aan belang wint. In zulke gebieden is extra aandacht nodig voor onderhoud. Het blijft van belang goed in te zetten op kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de groene wiggen en het binnenstedelijk groen. In combinatie met de schaalsprong wordt waar mogelijk het groen in projecten uitgebreid om aan de toenemende behoefte aan groen te voldoen.

Risico's

Eind 2020 voldoen de bomen en het groen aan de normen. Door de toenemende hoge druk op het bestaande groen in samenhang met de schaalsprong en de geleidelijke uitbreiding van het groen om te kunnen voldoen aan de vraag, houden de reguliere uitbreidings- en inflatiecorrecties op de onderhoudsbudgetten echter geen gelijke tred met de werkelijke kostenstijgingen van het groenonderhoud. De druk op de middelen voor de instandhouding van het groen zal hierdoor de komende jaren naar verwachting oplopen.

Mede in het verlengde van de bovenstaande ontwikkelingen wordt op de middellange termijn een krapte op het gebied van de jaarlijks beschikbare investeringsmiddelen voor vervangingen voorzien. Deze investeringskostenstijgingen voor vervangingen worden mede veroorzaakt door het toenemend intensief ruimtegebruik (ook ondergronds) en de vraag om meer flexibiliteit in de openbare ruimte. Steeds meer voorzieningen zijn nodig om bomen en beplanting de kans te geven om op termijn weer net zo groot te worden als in de huidige situatie.