WMO & Jeugd
Het streven is dat zoveel mogelijk inwoners ondersteuning dichtbij in hun buurt of wijk kunnen vinden, in de sociale basis of de eerstelijns wijkteams van Stichting WIJeindhoven. Wanneer dit ontoereikend is, vindt toegang plaats naar geïndiceerde voorzieningen in de tweede lijn zoals specialistische jeugdhulp, ambulante begeleiding (Wmo en Jeugd), beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Daarnaast bieden we eenvoudige ondersteuning waarmee het mogelijk wordt gemaakt dat inwoners langer en zelfstandiger thuis kunnen wonen. Denk daarbij aan woningaanpassingen, mobiliteitshulpmiddelen, vervoersvoorzieningen of huishoudelijke ondersteuning.
In 2020 hebben we de hiaten in het beleid rondom huishoudelijke ondersteuning opgelost.
De uitvoering van het toegangsproces vindt plaats door de samenwerking tussen Stichting WIJeindhoven en het Servicebureau. Daar waar WIJeindhoven met de inwoner onderzoekt welke vormen van ondersteuning in de sociale basis of de eerste lijn passend zijn, beoordeelt het servicebureau de noodzaak tot en het type voorziening in de tweede lijn. In 2020 hebben wij gewerkt aan het verbeteren van deze samenwerking waardoor de inwoner sneller en beter geholpen is.
In 2020 hebben wij ons ook voorbereid op de nieuwe contractering voor Wmo en Jeugdzorg per 2021. Door corona is dit traject uitgesteld tot 1 januari 2022. Belangrijk was rust creëren zodat zorgaanbieders in 2020 de zorg konden blijven bieden aan inwoners die nodig was. De contracten zijn daarom verlengd voor 2021 en de doorontwikkeling van de mono - multi aanpak en de nieuwe inkoop vinden in 2021 plaats. In de tussenliggende periode hebben we de ondersteuning geboden die nodig is.Tijdens de eerste lockdown hebben we gezien dat het aantal nieuwe aanmeldingen constant bleef. Een grote stijging (boeggolf) is in 2020 uitgebleven. We zien echter wel dat de trajecten minder succesvol waren, waardoor er minder uitstroom heeft plaatsgevonden. Vanwege de uitzonderlijke situatie zijn wij coulant omgegaan met verlengingen van indicaties.
De transformatie van de dagbesteding naar ‘basisdagbesteding’ (collectieve voorziening) en een ‘maatwerkdagbesteding’ (aanbesteding) heeft in 2020 tot concrete subsidieafspraken geleid. Twaalf partijen gaan op circa 30 locaties vanaf 2021 aan de slag met het bieden van basisdagbesteding als collectieve voorziening aan verschillende doelgroepen. De aanbesteding van de ‘maatwerkdagbesteding’ is met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2022.
Wij hebben verder gewerkt aan de implementatie van de nieuwe visie op de maatschappelijke opvang en de doordecentralisatie van de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen. De regionale samenwerking op het gebied van Beschermd Wonen heeft ertoe geleid dat in december 2020 in alle colleges van de regio Eindhoven het regioplan Doordecentralisatie Beschermd Wonen is vastgesteld. Dit geeft richting voor de verdere invulling van de Doordecentralisatie, zoals het beoogde zorglandschap, nieuwe regionale samenwerkingsafspraken en de nieuwe inkoop van Beschermd Wonen per 1 januari 2023.
De financiële resultaten van wmo en jeugd laten een divers beeld zien, bij wmo hebben we een incidenteel voordeel van € 11,8 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat de begroting was gebaseerd op hogere aantallen uit het verleden (begroting 2021 is hierop aangepast) alsmede de invoering van het abonnementstarief leidt in de realisatie vooralsnog niet tot hogere instroom.
Ook uit de jaarrekening 2019 bleek reeds een overschot op WMO. Wij hebben in 2020 de begroting tussentijds niet aangepast omdat we door corona (meerkostenregeling en omzetgarantieregeling) onvoldoende inzicht hadden op de gevolgen voor 2020. De begroting in 2021 hebben we wel structureel verlaagd mede om ruimte te creëren voor nieuwe opgaven.
Bij Jeugd daarentegen zien we een nadeel van € 3,5 mln. Conform landelijk beeld is hier mogelijk sprake van een structureel tekort bij jeugd. Dit heeft onder andere te maken met niet gecontracteerde zorg (verwijzers kiezen vaak aanbieders waar wij geen contract mee hebben afgesloten), landelijke producten en hogere indicaties met soms duurdere producten. Het blijkt in de praktijk lastig om beheersmaatregelen goed te kunnen effectueren.