Indicatoren | Jaarrekening 2020

Effectindicatoren			Realisatie 2019	Begroting 2020	Realisatie 2020
	% inwoners tevreden over inrichting en onderhoud van het groen in de woonomgeving		87%	≥ 80%	88%
Realisatie:		De doelstelling wordt ruimschoots gehaald. Er is daarbij een geleidelijke stijging te zien van de tevredenheid ten aanzien van het groen in de woonomgeving.
	Biodiversiteit soortgroepen		kl.: +/-	kl.: +/-	-
Realisatie:		Gemiddeld genomen lopen de natuurwaarden landelijk gezien licht achteruit. Bijvoorbeeld met betrekking tot de broedvogels. Dit landelijke fenomeen treedt ook in Eindhoven op. Juist factoren die buiten de invloed van de gemeente liggen zijn mede van grote invloed op de natuur, zoals bijvoorbeeld de droogte van de afgelopen jaren en stikstofdeposities vanuit de lucht. Met de gegevens van 2020 kan de 3e volledige monitoringperiode van 4 jaar worden afgesloten, waarmee in Q2 van 2021 meer informatie in breder perspectief bekend zal zijn over de ontwikkeling van de natuur in Eindhoven tot en met 2020. Ten gunste van biodiversiteit zijn in Eindhoven de volgende concrete maatregelen uitgevoerd in 2020: - De gunningscriteria voor groenaannemers zijn aangepast. Vanaf heden wegen ecologische en duurzaamheidsaspecten mee in het aanbestedingstraject, hetgeen per direct voor de helft van de stad al resulteert meer natuur-inclusieve beheervormen die in overleg met de aannemer komende jaren verder ontwikkeld worden. - Missie bladgoud: in de halve stad is gestart met het laten liggen van blad in beplantingsvakken. - In het buitengebied zijn oude landschapsstructuren terug gebracht in de vorm van houtsingels (meer dan 3500 inheemse planten). Dit is goed voor de biodiversiteit omdat ze schuilgelegenheid en voedsel bieden voor diverse soorten. - Mede voor de broedvogels is bijna 10 ha. Landbouwgrond ingezaaid met een speciaal akkervogelmengsel. - Op de sportvelden is het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen afgebouwd ten gunste van een meer natuurvriendelijke aanpak. Ook wordt er geen kunstmest meer gebruikt maar alleen organische bemesting. - Voor de bestrijding van de eikenprocessierups zijn met vrijwilligers 160 nestkasten voor koolmezen opgehangen. Ook is een start gemaakt met het ophangen van kasten met daarin oude nesten ter bevordering van natuurlijke vijanden. Dit krijgt zijn vervolg in de komende jaren. - We hebben in 2020 in nieuwe aanleg en bestaande gebieden ruim 50.000 m2 kruidenrijk gras gerealiseerd. In bestaande gebieden steeds meer op verzoek van bewoners. Deze maatregelen zullen naar verwachting geleidelijk aan positief door gaan werken in de toekomst (ook voor broedvogels).
	% inwoners dat jaarlijks een van de grote stadsparken bezoekt		84%	≥ 90%	89%
Realisatie:		Door een aangescherpte vraagstelling met ingang van vorig jaar laat deze indicator sinds dien een waarde zien die niet vergelijkbaar is met die van de jaren daarvoor. Het aantal bezoekers van parken neemt nog steeds toe. De doelstelling dat 90% van de inwoners doelbewust de grote stadparken bezoekt wordt op een haar na gehaald.

Prestatie-indicatoren			Realisatie 2019	Begroting 2020	Realisatie 2020
	Zwerfvuilarme beplanting		99%	>90%	99
Realisatie:		Voldoet ruimschoots aan de norm. Sinds 2015 wordt extra aandacht geschonken aan het verwijderen van zwerfvuil omdat zwerfvuil van grote invloed blijkt op de ervaring van netheid en de leefbaarheid.
	Onkruidarm groen / boomspiegels		91%	>90%	89
Realisatie:		De beplanting is onkruidvrij gemaakt (we onderhouden de buitenruimte van stad voor het overgrote deel op grond van het streefbeeld basiskwaliteit). We halen hier net niet de gestelde norm, dit komt in elk geval deels omdat bijsturing in het veld onder invloed van de coronamaatregelen soms lastig te doen was. In sommige straten zijn boomspiegels in beheer bij omwonenden, hetgeen soms een gevarieerd beeld oplevert.
	Technische staat beplanting		93%	>90%	85%
Realisatie:		Met name onder invloed van corona wordt de doelstelling voor het eerst sinds jaren niet gehaald. Dit wordt vooral veroorzaakt door discontinuïteit in de manier van meten. Door de coronamaatregelen is er in het veld minder begeleiding mogelijk geweest van nieuwe inspecteurs, hetgeen in de eerste drie kwartalen tot afwijkende meetresultaten heeft geleid (Q1:79%, Q2:85%, Q3:86%, Q4:90%). Er is geen reden aan te nemen dat er werkelijk tijdelijk zo’n grote achteruitgang is geweest in de technische staat van de beplanting. Hoewel in het laatste kwartaal de doelstelling van 90% weer wordt gehaald, hebben we hierdoor gemiddeld over het jaar genomen een afwijking moeten noteren.